Advocaatje ging op reis
Musicus en poppenspeelster Emma van Dobben maakte in eigen beheer twee zogeheten zingbare prenten-boeken. Dat zijn boeken waarin de tekst van een lied volledig geïllustreerd is afgedrukt, een populair genre in Amerika en Engeland, hier relatief onbekend.
Inhoud
Elk couplet en elk refrein in het zingbare prentenboek 'Advocaatje ging op reis' heeft een eigen plaat op twee pagina’s. Het boek bevat daarnaast ritmekaarten en diverse opdrachten om maat en ritme te oefenen en een beschrijving van het traditionele klapspel dat bij dit liedje hoort. Achterin staan de complete tekst en muzieknotatie van het lied.
De ritmekaarten kun je het best kopiëren wil je het boek heel houden. Op de kaarten staan hoedjes, advocaatjes of poortjes getekend, vermoedelijk staan die voor kwartnoten en achtste noten, maar dat staat nergens en het is mij niet duidelijk hoe de ritmekaarten moeten worden gebruikt. Ze worden pas ingezet nadat met de klas het ritme van het liedje is geoefend.
Bij de ritmekaarten zijn ritmeopdrachten beschreven, welke zonder de ritmekaarten uit te voeren zijn. Wel moeten deze opdrachten in beschreven volgorde worden uitgevoerd, er zit een duidelijke opbouw in: je begint met stappen in de maat en voegt daarna ritmeklappen toe.
Ruimte nodig
Het klapspel is geschikt voor kinderen vanaf 4 jaar. Kinderen van een jaar of 8, 9 of ouder kunnen een variant spelen in de kring, maar pas nadat zij het gewone klapspel goed kunnen uitvoeren. De kringvariant is het beste uit te voeren in een speellokaal of een klaslokaal met genoeg ruimte zodat de kinderen in een dubbele kring kunnen staan en zich kunnen bewegen zonder anderen te raken.
Dat geldt ook voor de maat- en ritme-oefeningen. Als je alle ritme-oefeningen doet, heb je op een gegeven moment zelfs hoepels nodig. Beschik je over minder ruimte, kun je prima alleen het gewone klapspel doen of het eerste deel van de ritme-oefeningen.
Ik heb het klapspel in mijn groep zes uitgeprobeerd. Ze zijn op het ogenblik zelf al bezig met allerlei klapspelletjes, dus daar kon ik mooi bij aansluiten. Ze vonden het erg leuk om te doen. Het traditionele klapspel hadden ze zo onder de knie. Erbij zingen is dan nog stap twee, daar hebben zij nog weinig ervaring mee. Ze vonden het erg leuk om nu een keer te zingen met een bewegingsactiviteit erbij.
Diverse doelgroepen
De tekeningen van het prentenboek zijn helder en mooi waardoor het verhaal goed te volgen is. De platen zijn voor volwassenen ook leuk om te bekijken. Er zit veel humor in, zoals de hoed die steeds terugkomt op verschillende manieren, bijvoorbeeld op zijn pootjes rennend naar de dokter.
Op de website 'Muzikale Verhalen' is een filmpje te vinden met dezelfde platen als in het boek, waarbij er wordt meegezongen. Het is bruikbaar om het liedje mee aan te leren. En de kinderen moesten er erg om lachen.
Het liedje is met name geschikt voor de onderbouw. Door de vele herhalingen is het makkelijk aan te leren. Het klapspel maakt het boek ook geschikt voor midden- en eventueel bovenbouw. Vooral het klap-spel in de kring is een uitdaging.
De maat- en ritme-activiteiten zijn wederom vooral geschikt voor midden- en bovenbouw, omdat deze meer muzikale vaardigheden van de kinderen vragen, zoals het in de maat kunnen stappen en tegelijk het ritme van het liedje klappen, het herkennen van ritmes in andere liedjes en zelf nieuwe ritmes kunnen maken.
Vakleerkrachten én groepsleerkrachten zullen met het boek uit de voeten kunnen. De vakleerkracht kan de lessen geven met alleen het boek als materiaal, terwijl de groepsleerkracht gebruik kan maken van het filmpje om het liedje aan te leren. De leerkracht kan zelf kiezen welke van de verschillende activiteiten hij kan en wil uitvoeren, afhankelijk van de eigen muzikale vaardigheden.