In ons muziekonderwijs maken we gebruik van een divers liedrepertoire, van traditioneel tot gloednieuw. Waarover we zingen, draagt bij aan het leren kennen van cultuur en maatschappij. Daarmee bieden we kinderen rolmodellen aan die bijdragen aan hun identiteitsvorming.
Wat zien kinderen als hun rolmodel
Je staat er misschien niet bij stil, maar kinderen plaatsen zichzelf al jong in hokjes: ‘ik ben klein’, of: ‘een jongen is stoer, een meisje lief’. De vorming van hun identiteit begint al in de peuterjaren.
Maar welk rolmodel volgen jonge kinderen wanneer ze hun identiteit vormen?
Onderzoek van Bussey en Bandura (1984) toonde dat kinderen het rolmodel van andere kinderen volgden, los van het feit of het jongens of meisjes waren. Onderzoek van Harris (1995/1998) liet juist zien dat kinderen de rolmodellen van hun eigen geslacht volgden, volwassen of kind maakte niet uit.
Dit hebben Grace, David & Ryan verder onderzocht (2008). Daaruit bleek dat kinderen noch het rolmodel van hun eigen geslacht volgden, noch dat van hun eigen leeftijd: zij volgden wat werd benadrukt. Wordt iets in ‘hokjes’ gepresenteerd, dan nemen zij het over, en zo wordt het hokjes-denken doorgegeven aan de volgende generatie.
Divers aanbod
Kortom, kinderen kiezen voor hun identiteitsvorming uit de rolmodellen die we hen aanbieden. Híerin zit het belang van jouw keuze. Wij kiezen als muziekdocenten immers wát we aanbieden in de liederen waarvan we denken dat het kind er veel plezier aan gaat beleven.
De kunst is om je daarbij bewust te worden van andere zienswijzen en ervaringen dan alleen je eigen.
Verdiep je in verschillende kinderen en kijk door hun ogen van naar een bepaald lied. Kunnen deze leerlingen zich ermee identificeren, en zo ja, zullen ze zichzelf positief of negatief herkennen? Welk cultureel en maatschappelijk beeld schetst dit lied in hun ogen? Is het mogelijk om meerdere versies te verzinnen vanuit verschillende oogpunten?
Het kan heel eenvoudig, bijvoorbeeld door afwisselend hij en zij te zingen, ook bij liedjes over beroepen of dieren. Een koe is natuurlijk een zij. Maar een eend kan allebei zijn.
Of door te spelen met de tekst: gaat een lied over papa en mama, zing dan ook eens over twee mama’s of twee papa’s, opa’s, oma’s, of welke rol dan ook. Zo geef je kinderen meteen mee dat het heel gewoon is om van elkaar te verschillen.
Bewust zijn van diversiteit
Door na te denken over teksten, gebaren en ook de herkomst van een lied, kun je een diverser aanbod creëren, zoals ook in melodieën, ritmes en muziekstijlen.
Zo kunnen we toewerken naar een liedkeuze die bijdraagt aan diversiteit in de rol modellen voor de identiteitsvorming van kinderen. Zodat elk kind zichzelf kan herkennen en zich van daaruit kan ontwikkelen tot een zelfverzekerde volwassene.
Wat wil jij ze meegeven?
Noot
* Dit artikel kwam tot stand n.a.v. een studieonderdeel van de Master Kunsteducatie, Codarts, Rotterdam.
Bronnen
- Biesta, G. (2017). Door kunst onderwezen willen worden. Kunsteducatie ‘na’ Joseph Beuys. Amsterdam: ArtEZ Press.
- Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs (Vijfde druk: december 2015) [The Beautiful Risk of Education] (A. L. James, R. Kneyber, & G. Biesta, Vert.). Culemborg: Uitgeverij Phronese. (Origineel werk gepubliceerd in 2014).
- Biesta, G. (2016). Het leren voorbij: Democratisch onderwijs voor een menselijke toekomst. [Beyond Learning: Democratic Education for a Human Future] (M. Rob, Vert.). Culemborg: Uitgeverij Phronese/ Adingdon: Taylor and Francis Group. (Origineel werk gepubliceerd in 2006).
- Butler, J. (1990). Gender Trouble: Feminism and the subversion of identity. New York: Routledge, Chapman & Hall.
- Grace, D. M., David, B. J., & Ryan, M. K. (2008). Investigating Preschoolers’ Categorical Thinking About Gender Through Imitation, Attention, and the Use of Self-Categories. Child Development, November/December 2008, Volume 79, Number 6, Pages 1928-1941. Hierin de citaties van Bussey en Bandura (1984) en Harris (1995/1998).
Reacties
Reactie toevoegen