Al een paar jaar denk ik erover de opleiding Docent Muziek op Schoot te gaan volgen. Collega´s in de redactie van de Pyramide vertellen enthousiaste verhalen over hun werk als docent Muziek op Schoot. Het voelt voor mij ook als een logische vervolgstap in de cursussen en opleidingen die ik heb gevolgd en in het werk dat ik doe; al enkele jaren lees ik bijvoorbeeld in de bieb voor aan peuters met hun (groot-)ouders. We zingen liedjes over de boeken die ik voorlees en doen daar spelletjes bij. Dat het er nog niet van kwam, lag aan de oude opzet van de opleiding tot Muziek op Schootdocent. Een heel jaar lang zoveel zaterdagen op pad voor studie, dat lukt me gewoon niet met een gezin met drie kinderen. Maar dit jaar is het programma anders: studenten krijgen één hele week les en verblijven allemaal ergens intern. Dat moet te regelen zijn! Dus aangemeld en aan de slag. (Voor het gemak zie ik even over het hoofd dat er daarna toch nog wel wat zaterdagen bijkomen, plus een studiebelasting van een kleine 450 uur. Dat zal ik weten later, als ik goochel met gezin, werk en studie.)
Schudeitje
Op een maandag in juli 2015 is het zover. M´n auto zit volgepakt met bagage en muziekinstrumenten. Verantwoordelijk voor de halve inhoud van de kofferbak is de contrabas. Zou je die nou echt kunnen gebruiken in een Muziek op Schootles? Ik arriveer een beetje laat, en val midden in de eerste les: “Hello, goodmorning, my dear friend!” Onze groep bestaat uit een kleine 20 studenten met verschillende achtergronden. Er zijn er die saxofoon of klarinet hebben gestudeerd en als docent op kunstencentra lesgeven. Anderen zijn groepsleerkracht in het basisonderwijs en weer anderen hebben ruime ervaring in het geven van muzieklessen aan baby’s en peuters. Allemaal duiken we erin. Colleges, opdrachten, kennismaking en uitwisseling van ervaringen, een babypop die je kunt gebruiken als voorbeeldkind voor de moeders in je cursus. Maar ook schudeitjes en trommeltjes, sjaaltjes en ballen. Maar mocht ik gedacht hebben dat de opleiding een (schud)-eitje voor mij zou zijn – ik ben per slot van rekening afgestudeerd docent muziek – na de eerste dag verkeer ik in lichte staat van wanhoop omdat er zóveel nieuwe stof aan bod gekomen is, en na de tweede dag ben ik ervan overtuigd dat het helemaal niet zo’n goed idee was.
Razend tempo
Het gaat ook in een razend tempo. Allerlei onderwerpen worden aangestipt: de ontwikkeling van kleine kinderen, hoe je een overgang tussen twee liedjes kunt spelen en hoe je een overgang maakt van de ene naar de andere activiteit. Oók de contrabas komt van pas, als we een peuterconcert voorbereiden. Dat concert geven we op onze laatste dag, met de basisprincipes van muziek voor (groot-)ouders en dreumesen of peuters. Maar wijzelf beleven er minstens zoveel muziekplezier aan. Zo mooi om te zien hoe de aanwezige kleintjes genieten! Kunnen we een kiem leggen voor hun leven lang muziek? Misschien wel. Bij dat ene jongetje bijvoorbeeld, dat na afloop van het concert de hoorn mag uitproberen – en er nog geluid uit krijgt ook.
Oefenen, oefenen
Weer thuis slaat de wanhoop opnieuw toe, praktijklessen, stápels studiemateriaal en ook nog stage. Ik worstel in m’n eentje. Eigenlijk probeer ik alles te negeren in de hoop dat het mee gaat vallen. Tot ik een paniekerig mailtje zie van een medecursist aan de docenten. Het stelt me gerust dat ik niet de enige ben die het overzicht een beetje kwijt is geraakt. De studiedagen helpen ook. Tussenin kijken we via skype of e-mail en soms aan de keukentafel met elkaar naar lesvoorbereidingen, en wisselen we ervaringen over stages en praktijkgroepjes uit. Kort daarna gaat mijn eigen praktijkgroepje van start, met kennissen-met-peuters die graag als proefkonijn fungeren. Heel voorzichtig groei ik in de rol van juf. Ook dat was ik vergeten, hoe het was om iets nieuws te leren: oefenen, oefenen, oefenen.