Muziekdenken

Auteur: 
Hans Van Regenmortel
Foto's: 
Tim Theo Deceuninck
Verschenen in Pyramide: 

Zich een klankstructuur voorstellen uit zich vaak in de intenties die de speler uitdrukt. Een expressieloze voordracht moet daarom zeker een belletje doen rinkelen.

 

Koffie met melk

Beschouw je deze artikelenreeks als een compositie in vijf delen, dan is dit de finale. Mogelijk herinner je je nauwelijks waarover deel twee nu weer ging. Dat is te verwachten. Een compositie die meer dan zes maanden overspant, ervaar je niet meer zo sterk als een samenhangend geheel. Muziek speelt zich af binnen een bevattelijker tijdskader. Een musical of een opera rekt die grens wel eens op. Het verhaal helpt dan om het overzicht te houden. Niet voor niets duurt een symfonie doorgaans minder lang dan een opera. Begrijpen ‘hoe muziek werkt’ heeft te maken met de relatie tussen een panoramische blik op een werk en hoe de details zich daaruit in het moment ontvouwen. Thematiek, bezetting, vertrouwdheid met een idioom, enzovoort, dit alles leidt tot een gevoel van samenhang en overzicht. Het is wat we nodig hebben om muziek te kunnen begrijpen. Muziek in real time begrijpen noem ik ‘muziekdenken’, een ietwat vrije vertaling uit het Engelse to audiate.

Neem even het leven van alledag. We beseffen al te goed dat het zich in één richting voltrekt. Er is de tijd die achter ons ligt, en de tijd die ons nog rest. Een inzicht even onvermijdelijk, ongrijpbaar als fascinerend. Terwijl we met ons lichaam ruimtelijk alle kanten op kunnen, beweegt het zich met een even noodzakelijke als vanzelfsprekende blik ‘vooruit’ in de tijd. Neem de melk uit de koelkast en je ervaart dat gevoel van feedforward, de meestal onbewuste maar behoorlijk precieze intentie van wat je gaat doen. Nog voor je de handeling aanzet, weet je intuïtief wat het gevolg zal zijn. Dit ‘weten’ is geworteld in de gewoontes van het lichaam, in het dagelijks leven een belangrijke bron van houvast en zelfvertrouwen.

Muziek in real time begrijpen noem ik ‘muziekdenken’

Aan het ontbijt giet je een wolkje melk bij de koffie, nu met een meer nauwgezet toekomstgevoel. Om niet te morsen. Feedforward geeft ons dus wel wat controle over de toekomst. Tegelijk mijmer je over wat de komende dag in petto heeft. Bij een vooruitblik die nu wat verder reikt, overschouw je vooral de grote lijnen. Immers, hoe verder weg in de tijd, hoe groter de onzekerheid over wat mogelijk een andere wending neemt. In gedachten neem je
de trein. Je loopt de vertrouwde route van het station naar het werk. Het is middagpauze. Dan is er die online afspraak. Je treint weer naar huis.

Genoeg gedroomd. In de echte wereld is je koffie inmiddels op en vertrek je daadwerkelijk. De vooruitblik van zonet gidst je met zichtbaar gemak langs de kleine onverwachte toevalligheden en verrassinkjes. Een haastige fietser die voor je neus opduikt. Een bekende die je toewuift. Een stoeptegel die er wat verraderlijk bij ligt. Oh, de trein heeft vertraging. Ben ik eigenlijk wel ingecheckt? Die kleine fluctuaties beïnvloeden nauwelijks de gewoontewandeling naar het station. De vertrouwdheid met je route laat een soepel navigeren toe langs de kleine onvoorspelbaarheden van een parcours dat tegelijk nooit op exact dezelfde manier reproduceerbaar
is. Want zo zit het leven in elkaar. Het is al bij al zelfs een wat banale vaststelling.

Zomaar een muziekstuk

Het zonet beschreven tafereel zou zomaar een muziekstuk kunnen zijn. Of, laat het ons eens omgekeerd bekijken. Het lijkt er inderdaad op dat muziek ons begrip van het leven naspeelt. Bij het deel over ‘Luisteren’ zagen we het reeds: klank verwijst instinctief naar een akoestische gebeurtenis. Muziek rangschikt akoestische gebeurtenissen binnen een afgebakend tijdskader. Dit alles op een manier waarbij klanken als onderling gerelateerd aanvoelen. Er is een gevoel van zinvolle samenhang, met een begin, midden en einde.

Zo beweegt ook muziek zich onverbiddelijk in één richting: die van de toekomst. Net als in het leven zijn ‘fouten’ tijdens de uitvoering onuitwisbaar. Al doet muziek ons meestal denken aan parameters als klankkleur,
ritme, melodie, harmonie, enzovoort, de alles overkoepelende muzikale parameter is tijd. Die vaststelling heeft vier belangrijke consequenties voor de muziekpedagogische praktijk.

Een eerste consequentie is dat we kinderen laten aanvoelen dat muziek moet stromen. Want muziek onderbreken – toch wel een gebruikelijke praktijk in de muziekles om fouten te corrigeren – is erg vergelijkbaar met.  Inderdaad, stoppen in het midden van een zin. De stroom onderbreken ondermijnt de zinvolle beleving en is bijgevolg ‘de grootste muzikale fout’. Basisattitude bij (leren) musiceren is dan: speel of zing tot je ‘uitgepraat’ bent.

Zo komen we bij een tweede consequentie. Kinderen moeten de gehele muzikale structuur bij aanvang kunnen vatten. Zij moeten die structuur aanvoelen, maar beter nog hem zich actief kunnen voorstellen. De focus moet daarom verschuiven van een gerichtheid op muziek als ‘som van de details’ naar een panoramische blik op muziek als zinvol geheel. Details vullen we later in, of schaven we later bij.

Zoals onze mijmering bij de koffie, wijst het voorgaande op een derde consequentie: het belang van muzikale fantasie. Wie muziek verzint, ontwikkelt precies dat gevoel van samenhang binnen een gegeven of gekozen tijdskader. Exploreren, improviseren en componeren zijn cruciaal om het muzikale voorstellingsvermogen diepgaand te ontwikkelen.

Een vierde consequentie is dat partituren niet thuishoren in de beginfase. Bij een beginner ondermijnen zij de fantasie. Ik wil zelfs beweren dat zij het gehoor zo goed als uitschakelen. Zoals we ons leven niet uit een boekje leiden maar in het moment vormgeven vanuit een gevoel van feedforward, precies zo moeten we kinderen tot musiceren brengen: vanuit aanwezige muzikale intuïtie aanknopen bij bestaande vaardigheden, en aldus soepel door muziek leren navigeren. We schrijven onze biografie toch ook pas nadat we al een tijdje geleefd hebben? Of, wat prozaïscher: je vult je dagboek pas aan bij het einde van de dag.

Klankschap

Klinkt dit alles wat filosofisch? Laten we het concreter maken. Je hoeft kinderen niet ervan te overtuigen dat je met muziek een verhaal kunt vertellen. En verhaaltjes kunnen zij erg goed vatten en onthouden. Een hanteerbare vorm om bovenstaande als primaire muzikale attitudes te verankeren, is de soundscape.

Er steekt een wind op. Faouzi (8) zwaait geconcentreerd met een flexibele buis door de lucht. Hij weet hoe de wind is: “Niet zoals een ventilator of een helikopter. Altijd anders, hard, zacht, snel, traag.” Anne, Martha en Igor zwijgen plots. Vogels zijn bang van onweer. Alleen het kabbelend beekje en het ruisen van de bladeren zijn nog te horen. We hebben lang met papieren geknoeid om de wind in de bomen te krijgen en er moesten nog drie jassen aan te pas komen. Seppe kabbelt op de synthesizer. Dat was niet zo simpel met die volumeknop want hij kreeg het nog niet voor mekaar om de toets met de juiste sterkte aan te slaan. Alleen de grote vogels krijsen nog af en toe. Jan is een lelijke oude kraai. Hij klapwiekt onder het angstaanjagende krijsen. En Martha ‘uilt’ in een hoekje met haar handen als een klankkast voor de mond. “Oehoe” klinkt ze uit de verte. Ondertussen zwelt de wind aan. Het wordt donker. Er kreunt een boom in de scharnieren van de klasdeur. “Hopelijk komt er nu niemand aankloppen”, had Kaat gezegd.

Ondertussen brengt Klaas de grote donderplaat in beweging. Het onweer komt opzetten. Alex begint te regenen. Dat is ontzettend moeilijk met een plastic zak. “Soms lijkt het op mama die haar boodschappen uitlaadt.” Maar het wordt erger en erger. De wind giert nu. Faouzi heeft zijn vinger uit de slang gehaald zodat die harder klinkt. Er komt iemand aangelopen! Ze is buiten adem. Chris stapt met sponzen in een emmer door de modder en Yoni hijgt. Het is Ayla. Ze is buiten adem. Er volgt een verschrikkelijke donderslag en Alex houdt niet op met stortregenen. Nu vlak bij de microfoon. Zonder zijn vinger van het kabbelend beekje te halen, knalt Seppe met zijn linker op de explosion. Hij flipt op die synthesizer. Hij ramt steeds harder en harder.

“Aaaaaaah!” Ayla schreeuwt het uit. Een reusachtig rotsblok komt naar beneden gedonderd. Bilal gooit het petroleumvat om en zwiert er alle drumstokjes bovenop terwijl Kaat de klasdeur keihard dichtgooit. “Wat leuk dat al die glazen potjes op de kast beginnen te rinkelen als ik dat doe.” Yoni kreunt van de pijn en dwingt iedereen tot absolute stilte. Als een dirigent. Alleen de piano klinkt nog door. Ruud houdt zijn rechtervoet op het pedaal. Hij  glundert. Het is donker en stil in de grot. Igor wringt een behaaglijk knetterend vuur uit een lap nopjesplastic. Chris drupt voorzichtig water van de stalactieten. Buiten – als in de verte – raast het onweer door. Alex en Klaas  'maken’ nu regen met hun vingertoppen. En Faouzi heeft het opgegeven. Pijn in zijn arm. Dat was op het nippertje. Ayla zucht... Plots gaat haar gsm over: “het-is-tijd-om-op-te- staan—het-is-zeven-uur-en-twintig-minuten.” Dat kreeg alleen Igor gezegd. Terwijl hij zijn neus dichtkneep. Ayla schrikt wakker. Het is nog 5 seconden muisstil tot Martha de opname stopt. “Gaan we nu luisteren?”
(uit Strobbe & Van Regenmortel (2010). Klanksporen. Breinvriendelijk musiceren. Uitgeverij Garant. Antwerpen/Apeldoorn).

De panoramische blik

Met soundscapes kunnen kinderen makkelijk die noodzakelijke panoramische blik ontwikkelen. Sfeer, context en grote lijnen zorgen voor een behapbare samenhang. De uitvoering laat veel marge voor interpretatie. Het is dus
niet nodig alle details in absolute termen en als een domme sequens te onthouden. Grote lijnen zijn voldoende zodat details zich in het moment ontplooien. Denk aan de beginsfeer, het introduceren van een algemeen idee, hoe dat idee zich ontwikkelt en mogelijk een spannende verwachting creëert. Het verhaal evolueert ergens naartoe. Er komt een ontknoping of catharsis. Tenslotte wordt het ‘neergelegd’ of resulteert in een abrupt einde. De spanningsboog van een soundscape herinnert kinderen aan het leven van alledag. Van de melk bij het ontbijt, het soepel met de fiets door het verkeer laveren, tot de catharsis bij het einde van de schooldag. Belangrijk is de  overkoepelende verhaalstructuur onder de aandacht te houden. Benoem de onderdelen in overleg met de kinderen, bijvoorbeeld: de aanzwellende wind (zwijgende vogels) – het onweer (regen, stortregen) – Ayla komt aangelopen – enzovoort. Alle organisatorische en technische vereisten voor het bespelen van het instrumentarium, de klankobjecten en het gebruik van de stem, worden in functie van die overkoepelende, emotie opwekkende structuur besproken, voorbereid en ingeoefend.

Soundscapes vereisen een geoliede samenwerking en laten desondanks veel ruimte voor autonomie. We leggen de uitvoering ervan dan ook volledig in handen van de kinderen. Geen algemene dirigent, geen souffleur, maar alle verantwoordelijkheid bij de uitvoerders. Tenminste, voor zover de kinderen zelf hebben kunnen bijdragen aan de totstandkoming ervan: Hebben zij eigen ideeën kunnen aanbrengen? Zijn die ideeën en hun uitvoering
besproken? Werden er aldus artistieke keuzes en duidelijke afspraken gemaakt? Wie heeft tijdens de uitvoering op welk moment het initiatief? Enzovoort. Heeft de leerkracht daarenboven het hele proces op een sensitief gedoseerde manier begeleid? Zo’n aanpak resulteert in eigenaarschap van kinderen én leerkracht. Hij verplicht alle deelnemers rekening te houden met elkaar en de vereisten van de compositie, zet de zintuigen op scherp en leidt tot het samen dragen van de hele performance.

Een hanteerbare vorm is de soundscape

Muziek als tijdskunst

Soundscapes combineren het wennen aan wat langere composities met emotionele betrokkenheid vanuit een algemeen idee, waarbij een behapbare techniciteit aan precieze timing wordt onderworpen. Een goede performance
staat of valt bij de timing van muzikale aspecten als herhaling (hoe vaak?), contrast (wanneer?), variatie (hoe vergaand?) en verrassing (met welke intensiteit?). Deze elementen bespelen de psychologie van luisteraar én uitvoerder. Het creëren van kleinere en grotere verwachtingen, het inschatten van de ontlading of het uitstel ervan en dit alles slim doseren, het is interessante stof voor onderlinge discussie. Zo scherpen kinderen hun  muzikaalartistieke criteria aan. De uiteindelijke uitvoering weerspiegelt hun echte muzikale begrip en vaardigheid. Tevens vermijd je de valkuil van een uitvoering die door jou als leraar werd opgepoetst tot symptomatische schoonheid. Want de kans is groot dat deze niet de parate en autonome muzikale vaardigheden en inzichten van de kinderen weergeeft.

Immers, zodra Ruud het pedaal van de piano ingedrukt houdt, is het de verantwoordelijkheid van Igor om te bepalen wanneer het vuur begint te knetteren. Het is aan Chris om het tempo te bepalen waarmee water van de stalactieten drupt. Het is aan alle andere kinderen samen met hun leraar om de timing te verfijnen en zich een idee te vormen waarom de nieuwe versie beter zou zijn. Om zo’n resultaat te krijgen, is het nodig de kinderen af
en toe op een slimme manier vragen te stellen over hun ideeën. Je zet de kinderen zélf aan het denken, gaat in discussie, en probeert tot een gedragen artistieke beslissing te komen. Hierbij laat je uiteraard je eigen kennis
en ervaring meespreken.

Geen enkel kind is een muzikaal onbeschreven blad

Soundscapes laten dus toe een panoramische blik op muziek te combineren met hoge, zelf bepaalde criteria qua timing, expressieve kracht en samenwerking. Soundscapes laten toe dat kinderen bij aanvang aan zichzelf hoge
eisen stellen op het vlak van artistieke performance, ook al is hun instrumentale techniciteit nog beperkt.

Muzikale intelligentie

Muzikale intuïtie herkent iedereen wel bij zichzelf. Je persoonlijke muzikale smaak is er het duidelijkste bewijs van. Onderscheid maken tussen wat je wel of niet graag hoort, toont aan dat je (onbewust) weet ‘hoe muziek werkt’.
Jouw voorkeursmuziek heeft een effect op je gemoed en ‘werkt in’ op je emoties. Het is de vertrouwdheid met een idioom die je laat ‘voelen’ waar de muziek naartoe kan, wil, of zelfs moet. Bestaande muzikale intuïtie is daarom het eerste aanknopingspunt om kinderen dieper te laten doordringen tot de finesses van muzikale structuren en hoe deze inspelen op iemands verwachtingen. Het artikel ‘Communiceren’ verwees reeds naar hoe die intuïtie zich kort na de geboorte ontwikkelt vanuit de communicatie tussen moeder en baby, aangevuld met immersieve muzikale ervaringen in context, al is het maar via de radio die de hele tijd aan staat. Geen enkel kind is dus een muzikaal onbeschreven blad.

Dat gegeven moet zich weerspiegelen in onze didactiek. Dat de muzikale intelligentie van de uitvoerder zich doorontwikkelt vanuit de reproductie van bestaande muziek als centraal gegeven, is echter wel vaker ijdele hoop. Niet zelden lossen we het op door sommigen muzikaal begaafd te noemen en anderen niet. Vraag is echter, welke omstandigheden creëren wij opdat kinderen hun bestaande muzikale intelligentie verdiepen? Een andere aanpak is wel degelijk mogelijk. In het leven van alledag bewegen we ons steeds intelligenter doorheen ruimte en tijd, hanteren we objecten steeds handiger en voorspelbaarder. We slagen erin preciezere voorspellingen te doen als  gevolg van de keuzes uit het verleden. Precies daarover gaat muzikale intelligentie. De grote uitdaging is dat je ‘in real time’ moet kiezen. Omdat muziek zich afspeelt binnen een strak tijdskader en tempo, kunnen we onderweg niet even stoppen om na te denken over wat er nu kan, zal of moet komen. Het complexe van musiceren ligt erin dat we heel wat moeten beredderen in het moment zelf, en ons tegelijk een muzikale toekomst voorstellen. De  beste manier om de muzikale intelligentie diepgaand aan te scherpen, is via improviseren. 

Improviseren

Zoals echte levenskunst zich situeert in ons vermogen tot improviseren, is dat bij musiceren evenzeer het geval. We schreven het al in het artikel over ‘Belichamen’: ‘Ik doe, dus ik denk.’ Dansen, bouwen, sporten, koken, knutselen, rekenen, praten, reizen, het zijn allemaal manieren waarop we ons denken belichamen. Hoe meer actieve ervaring we in al die domeinen vergaren, hoe accurater we ons kunnen voorstellen wat we gaan doen en wat het resultaat ervan (wellicht) zal zijn. Net zo leren we ons een muzikale toekomst dromen: we stellen ons muziek voor die we nog nooit hebben gehoord, of niet op die manier. 

Improviseren is het bewijs bij uitstek van diepgaand muzikaal begrip. Improviseren is al bij al een wat misleidende term. Het Latijnse in-providere betekent niet voorzien. Inmiddels is duidelijk dat, om te improviseren, we ons net wél een muzikale toekomst moeten inbeelden. We moeten deze in het moment zelf uitvoeren, terwijl we intussen alweer verder vooruitdenken en idealiter ook nog genieten van de muziek die we zelf uitvoeren. 

Ook zich een melodietje herinneren is in essentie niet anders dan dat melodietje al improviserend reconstrueren vanuit flarden uit het verleden. En een partituur lezen is niet hetzelfde als losstaande symbolen decoderen. Net als bij tekst herkennen we in een partituur idealiter zinvolle gehelen binnen een gekend idioom. Zowel tekst als muziek lezen is dus een vorm van toegepaste fantasie. Het moge duidelijk zijn, eigen muziek verzinnen, al begint het in de context van een soundscape, is direct gelinkt aan zich muziek herinneren en zich bestaande of nieuwe muziek voorstellen. Muzikale creatie moet daarom centraal staan in elke vorm van muziekonderwijs.

Oefening 1 – voor iedereen realiseerbaar

Deze oefening met body percussion (in groep of alleen) gaat over het uitvoeren van en variëren op een sequens in continuous flow. Variëren op wat al gekend is, is een toegankelijke vorm van improviseren. Voer uit als in één
beweging in plaats van de som van aparte handelingen. De muzikale feedforward wordt aldus in het lichaam verankerd.

spring – tik op de knie – tik op de borst – handklap boven je hoofd

Vanaf de sprong stijgt de sequens als één beweging op tot de handklap en opnieuw. Laat na een tijdje één gebaar naar keuze weg en voer dit laatste alleen nog ingebeeld uit. (Als je een groep leidt, ga je door zonder de flow
te onderbreken, tot iedereen zich aan de variatie aanpast.) Voeg het gebaar opnieuw toe aan de sequens. Laat een ander gebaar weg, enzovoort. Herhaal elk nieuw idee lang genoeg. Zo kan iedereen aan de nieuwe variatie
wennen. Wanneer iemand zich vergist, laat je de muziek verder stromen met een onstuitbaar gevoel van feedforward. Probeer nieuwe combinaties uit, tot uiteindelijk nog maar één gebaar overblijft, of helemaal geen, en  iedereen zich de sequens alleen nog maar voorstelt.

Muzikale creatie moet centraal staan in elke vorm van muziekonderwijs

Variant: licht er een klank uit, en zet een andere in de plaats. Bijvoorbeeld: je haalt ‘tik op de borst’ eruit. Even later steek je er ‘vingerknip’ in. Kun je hier soepel mee spelen? Dan is dat een bewijs van muzikale intelligentie en
improvisatievermogen. Je bent immers in staat om in het moment, en zonder de muzikale stroom te onderbreken, nieuwe variaties uit te voeren op een bestaand thema, wat een basisvorm is van improviseren.

Oefening 2 – iets grotere uitdaging

Neurie onderstaand lied in een zelfgekozen tempo. Liever met een andere feel? Voer uit in 6/8. Beweeg samen op het gekozen metrum. Ondersteun de uitvoering met vrij gekozen gebaren. Zelfverzonnen bewegingen  personaliseren en versterken de ervaring. Dit alles resulteert in makkelijker onthouden. Nu we het lied samen ‘be-leven’ laten we een volgend idee zich de kring rond ontwikkelen. Persoon 1 stopt met zingen en voegt een vrij gekozen klank toe op een eveneens vrij gekozen moment, ondersteund met een vrije beweging. Dit moment kan samenvallen met de tel, of zich er juist tegen afzetten. Geef de instructie: “Durf risico’s te nemen. Onthoud het moment, zodat je het bij elke herhaling van de melodie kunt herhalen.” Bij een nieuwe ronde van het lied stopt ook persoon 2 met zingen en voegt een eigen klank met beweging toe op een ander zelf gekozen moment.
Enzovoort.

Terwijl de rest van de groep het lied blijft herhalen, bouwen we zo het aantal zangers af tot alleen de sequens van zelfverzonnen klanken en gebaren overblijft. Het lied loopt door als een onderlaag in gedachten. Blijf op het metrum heen en weer wiegen. Bouw in omgekeerde richting de melodie weer op (en de klankensequens af) tot iedereen de melodie weer neuriet zoals bij aanvang.

Variant: voeg geluiden toe met instrumenten. Vrije geluiden als sfeervolle klankkleuren, ritmische of melodische motieven, harmonische tonen. 

Didactiek voor muzikale intelligentie

Muziek is luisteren, belichamen, communiceren en muziekdenken als één samenhangende ervaring. Met dit gegeven in real time kunnen spelen, vormt het toppunt van muzikale intelligentie. Om die muzikale intelligentie te ontwikkelen, moeten we ons daarom richten op het actieve inzicht in ‘hoe muziek werkt’. Hiertoe is een panoramische blik nodig op hoe muziek zich ontplooit doorheen de tijd. Grotere gebeurtenissen of delen met een structurele samenhang vormen hierbij ons eerste houvast, net zoals we ons een verhaal voorstellen, een dagschema of het verloop van een lange reis. Bij deze laatste richten we ons op de belangrijk ste steden waarlangs we passeren. Het is niet nodig elk kruispunt, bocht of verkeersdrempel te kennen van elk dorp of gehucht waar we onderweg passeren. Die details gaan we in het moment wel te lijf, vanuit de panoramische blik op de hele reis en ons fundamentele begrip van ‘hoe reizen werkt’. Ook hier houdt niets ons tegen onderweg even bij de bakker langs te gaan. Om een croissant voor bij de koffie.

Hans Van Regenmortel is artistiek coördinator van Musica.

Reacties

Reactie toevoegen

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.