In samenwerking met Gehrels Muziekeducatie en het Centre for Arts & Sciences Education (CASE) organiseert het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ het Festival Future SoundLab. Tijdens dit festival delen we kennis en ervaring op het snijvlak muziek(onderwijs) en technologie. We besteden aandacht aan:
1. muziekdidactiek
2. het bouwen van technology-based instrumenten en installaties
3. performances waarbij muziek en technologie een centrale rol spelen.
Smartphone en apps
Voor het muziekonderwijs biedt technologie nieuwe interessante mogelijkheden. Veel kinderen in de bovenbouw van de basisschool en bijna alle leerkrachten hebben een smartphone waarmee ze foto’s en geluidsopnamen kunnen maken en waarop ze allerlei apps gebruiken. Met apps als GarageBand en Soundtrap kunnen kinderen zelf muziek opnemen en met bestaande samples (gedigitaliseerde muziekfragmenten) componeren. Met Learningmusic.ableton.com en Incredibox kunnen ze zich de basis van beat making eigen maken. Van al deze apps zijn ook versies voor computer en tablet beschikbaar. (NB Incredibox: zie ook Spieker, Benno [2019]: Out of the Incredibox, bovenbouwles in De Pyramide 73-1 januari 2019, p.31-33).
Door gebruik te maken van muziektechnologie kun je goed aansluiten bij muziek die kinderen dagelijks om zich heen horen. Het gaat dan om muziek die lastig op traditionele muziekinstrumenten is te spelen omdat die muziek met muziektechnologie werd geproduceerd. De muzikale leefwereld van kinderen is enorm verbreed. Door naast het gebruikelijke repertoire aandacht te hebben voor bijvoorbeeld Urban en Dance (Electronic Dance Music), of K-pop (Koreaanse popmuziek) kunnen ook kinderen die minder betrokken lijken bij traditionelere muziekgenres, voor muziek worden geïnteresseerd. Urban en Dancemuziek vormen bovendien een mooie aanleiding om aandacht aan bijvoorbeeld jazz en moderne (kunst)muziek te besteden. Ik pleit er dus niet voor alleen aandacht voor populaire muziekgenres te hebben. Het muziekonderwijs zou aandacht moeten besteden aan alle genres en stijlen. We willen tenslotte dat muziekonderwijs betekenisvol en inclusief is voor alle kinderen.
Geen vervanger van de leerkracht
Technologie biedt nieuwe mogelijkheden om kinderen naar muziek te laten kijken en luisteren en hen muzikale activiteiten te laten uitvoeren, zoals het zingen met het digibord en het maken van een luisterpartituur. Activiteiten die kinderen met elkaar in de klas kunnen uitvoeren, maar ook individueel op een rustige plek in school, of thuis op de bank. Muziektechnologie is zeker geen vervanger van de leerkracht, vakleerkracht of vakspecialist muziek, maar biedt wel nieuwe mogelijkheden voor leren en lesgeven. Mogelijkheden die nog maar aan het begin van hun ontwikkeling staan, en waar wij ons in het onderwijs in zullen moeten bekwamen omdat leerlingen digital natives zijn en de meeste docenten nog niet. In zekere zin zullen non-digital natives altijd enigszins achter de ontwikkelingen aanlopen.
Gelukkig zijn er verschillende plaatsen in ons land waar al met (muziek)technologie in het onderwijs wordt gewerkt of geëxperimenteerd. Zo heeft het Muziekgebouw aan ’t IJ in het kader van STEAM-onderwijs (Science, Technology, Engineering, Arts and Mathematics) ontwerpend leren ingezet voor het bouwen van nieuwe technologybased muziekinstrumenten (Hogenes, Diepenbroek, Bremmer & Hogerheijde, 2020). De stichting Watch That Sound leert kinderen soundtracks bij films componeren (zie artikel in De Pyramide 72-04, november 2018, p15-17, en watchthatsound.nl). Ook muziekscholen in Amsterdam, Zaandam, Rotterdam en Zeeland hebben projecten waarin muziektechnologie een grote rol speelt. Inspirerende voorbeelden waarvan ik hoop dat zij hun weg naar het basisonderwijs zullen vinden.
Wat zou het mooi zijn als alle kinderen structureel muziekonderwijs aangeboden zouden krijgen dat gebaseerd is op maken, meemaken en betekenis geven; dat inclusief is, al dan niet gebruikmakend van muziektechnologie; dat voor alle kinderen betekenisvol is, waaraan zij kunnen én willen deelnemen en waarmee ze de kans krijgen hun muzikale talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
Referenties
European Music Council (2018). European agenda for music. Bonn: European Music Council. Hogenes, M., Diepenbroek, A., Bremmer, M., & Hogerheijde, M. (2020). Nieuwe muziekinstrumenten bouwen. Ontwerpend leren in muziekonderwijs. Kunstzone, 1, 8-11.
Praktijkvoorbeeld: ontwerp een eigen game met geluidseffecten
Scratch is een online tool waarmee kinderen in de midden- en bovenbouw van de basisschool kunnen leren programmeren: ze kunnen eigen interactieve verhalen, spellen en animaties maken en hun creaties delen op een online platform. Met technologie leren kinderen op een creatieve manier problemen oplossen (computational thinking).
Groep 7-8 krijgt de opdracht een eigen game te ontwerpen. Gelukkig hebben alle kinderen ervaring in het spelen van games en enkele van hen ook al wat programmeerervaring met Scratch. Dit is een complexe opdracht, maar er is er niet veel voor nodig om alle kinderen aan het werk te krijgen met het bedenken van avatars en de geluiden die deze avatars kunnen voortbrengen. Zij maken kennis met programmeerconcepten als sequenties (volgorde van instructie) en herhalingen (een reeks instructies herhaald uitvoeren zonder dat de instructies opnieuw opgeschreven moeten worden).
Daarnaast ervaren ze aspecten van klank, vorm en betekenis. Hoe zou een heks kunnen klinken en wat zouden we willen horen als ze met haar toverstokje zwaait? Willen we dat klanken herhaald worden als op het beeldscherm hetzelfde te zien is, of willen we variaties en contrasten laten klinken?
Het ontwerpen van een eigen game bleek voor kinderen met enige Scratchervaring een groot succes. Voor kinderen die daar weinig of geen ervaring mee hadden, bleek deze opdracht toch te complex. Gelukkig kon de leerkracht de opdracht aanpassen en deze leerlingen een digitale drumcomputer laten programmeren, waarvoor eveneens computational thinking en muzikale kennis vereist zijn. Voor zowel de game als de drumcomputer gold dat de betrokkenheid van de kinderen zeer hoog was.