Vijf vormen van vakintegratie

Auteur: 
Rens Gresnigt
Verschenen in Pyramide: 

Vakintegratie als onderwijsvorm krijgt in het basisonderwijs steeds meer aandacht. Bij deze aanpak vervagen de grenzen tussen vakken, wat een rijke leeromgeving biedt waarin kinderen kennis en vaardigheden uit verschillende domeinen combineren. Vakintegratie functioneert als een ‘Zwitsers zakmes’, met tal van mogelijkheden om lesdoelen te bereiken en leerprocessen te verrijken. Het leren gebruiken van dit zakmes is niet altijd gemakkelijk. Daarom staat in de komende edities van De Pyramide telkens een geïntegreerde lesbeschrijving, geschreven door vakdocenten die expertise hebben op dat vlak. Daarbij is ook aandacht voor de rol van de leerkracht en de processen in de klas. De praktische voorbeelden die aan bod komen, worden gekoppeld aan de vormen van vakintegratie die Vivian Knols (muziekdocent de Nieuwste Pabo Sittard en conservatorium Maastricht) en ik hebben gepresenteerd in de begindagen (2020) van het Muziek-opleidersakkoord.

Om ieders geheugen wat op te frissen, beschrijf ik in dit artikel de verschillende vormen van vakintegratie en bijbehorende kansen en uitdagingen. Maar voor ik daarmee verder ga, doe ik eerst nog een stapje achteruit: waarom is vakintegratie ontstaan en waarom zou je überhaupt vakintegratie willen, is dat een betere onderwijsvorm dan onderwijs geven in duidelijk gescheiden vakken?

Het ontstaan van vakintegratie

Vakintegratie vindt zijn oorsprong in de progressieve onderwijsmethoden vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw, beïnvloed door de Amerikaanse filosoof, psycholoog en pedagoog John Dewey (1859 - 1952). Een belangrijk uitgangspunt van deze beweging is dat wanneer je het echte leven als vertrekpunt neemt voor onderwijs, alle leerstof noodzakelijkerwijs met elkaar verbonden is. De Amerikaanse ‘EightYear Study’ van Aiken (1942) is in de Engelstalige literatuur een van de eerste grootschalige onderzoeken van dit progressievere onderwijs. Deze studie draaide om onderwijs dat meer leerlinggericht is, met aandacht voor praktisch en onderzoekend leren en een samenhangend, geïntegreerd curriculum. Naast deze onderwijskundige uitgangspunten werd ook anders gekeken naar de inhoud van het onderwijs. Naast vakkennis werden vakoverstijgende vaardigheden zoals probleemoplossend en kritisch denken steeds belangrijker, evenals sociale verantwoordelijkheid, betrokkenheid bij de gemeenschap, waardering van diversiteit, en democratische waarden. In Nederland kreeg deze stroming vorm in de traditionele vernieuwingsscholen zoals Montessori, Dalton en Freinet. Ook bij deze scholen lag (en ligt) de focus op leren in samenhang met de wereld om kinderen heen en een speelse, holistische aanpak die vakgrenzen overstijgt.

Wanneer is vakintegratie interessant?

Hoewel er veel onderzoek naar wordt gedaan, is de algemene visie dat het nog te vroeg is om te concluderen welke onderwijsvorm: vakintegratie of gescheiden vakken aanbieden, het beste is (Kreijkes & Greatorex, 2024). Zuiver experimenteel onderzoek, met randomisatie en controlegroepen, gebeurt relatief weinig. Daardoor zijn zowel de eventuele voor- als nadelen nog niet via meta-analyses vast te stellen.
Op basis van de literatuur ben ik er echter van overtuigd dat het positieve effecten heeft op het onderwijs als je vakintegratie toepast omdat het past bij je school, je visie, de leerlingen en leerkrachten (Gresnigt et al., 2014). En eerlijk gezegd denk ik ook dat de effecten eveneens positief zijn als je een strikt gescheiden curriculum hanteert omdat juist dát past bij je school en visie et cetera.
Dat gezegd hebbende, denk ik dat vakintegratie wel méér kansen biedt dan onderwijs in gescheiden vakken, om aandacht te besteden aan ‘kleine’ vakken als muziek en natuur, en om bij te dragen aan het verhogen van betrokkenheid en motivatie; bovendien worden sociale en affectieve ontwikkeling gestimuleerd (Gresnigt, 2018). Dit komt doordat het ‘zakmes’ van vakintegratie aan twee kanten kan snijden, zoals ik hierna uitleg.

Waarom muziek integreren met andere vakken?

Muziek in het basisonderwijs moet vaak concurreren met andere vakken om een plekje in het programma. Als je lesdoelen van meerdere vakken aan elkaar kunt koppelen kan het mes aan twee kanten snijden: in dezelfde lestijd die normaal gekoppeld is aan één vak, kan nu ook ruimte ontstaan voor leerdoelen van een ander vak. Vaak voelt een leerkracht zich handelingsverlegen op het gebied van muziekonderwijs. Door te combineren met andere vakken kan een leerkracht in de structuren en contexten van dat andere vak houvast vinden voor lesdoelen rondom muziek.
Bovendien sluit muziek goed aan bij de belevingswereld van kinderen en dat maakt het leren betekenisvoller. Integratie geeft mogelijkheden om generieke vaardigheden, zoals samenwerken en probleemoplossend denken, te ontwikkelen. Het kan creatief en kritisch denken bevorderen, doordat leerlingen muziek inzetten om concepten uit andere vakken, zoals rekenen en taal, beter te begrijpen. Muziek kan hierdoor de motivatie en betrokkenheid van leerlingen bevorderen. Dit enthousiasme kan aanstekelijk werken en ook bevlogenheid bij de leerkrachten stimuleren. Om optimaal te kunnen inzetten op bovenstaande voordelen is het belangrijk om je eigen draai te vinden met het ‘vakintegratie -zakmes’, zodat het past bij jou en jouw context.

Hoe kan vakintegratie met muziek eruit zien?

Muziek kan soms als ondersteunend middel dienen om een lesdoel van een ander vak makkelijker te maken, en andersom, andere vakken kunnen als middel dienen om een leerdoel van muziek makkelijker te maken. Ook kunnen meerdere vakken en lesdoelen worden gecombineerd rondom eenzelfde project of opdracht. Tot slot kunnen doelen van muziek en andere vakken spontaan samenkomen in een activiteit die eigenlijk los staat van ingeroosterde vaklessen. Om deze verschillen bewust te kunnen inzetten in je dagelijkse praktijk, is het handig om bekend te zijn met verschillende vormen van integratie en de potentiële voor- en nadelen.

Vijf vormen van vakintegratie

Verbonden
Dit is de eenvoudigste vorm van integratie waarbij vakken naast elkaar bestaan, maar er wordt bewust een link gelegd tussen de vakken. Bijvoorbeeld wanneer een leerkracht tijdens de rekenles verwijst naar een ritme uit een muziekles. Deze vorm vraagt weinig voorbereiding en kan gemakkelijk worden toegepast zonder dat de structuur van de vakken wezenlijk verandert. - voordelen: makkelijk toepasbaar, behoud van vakken met duidelijke structuur. - nadelen: beperkte synergie tussen vakken, weinig diepgang in de samenhang.

Genest
Bij geneste integratie worden doelen van het ene vak opgenomen in het andere vak, zoals een muziekles waarin ook taaldoelen zoals rijmen of lezen worden geïntegreerd. De vakken blijven herkenbaar, maar zijn functioneel met elkaar verbonden. - voordelen: gericht op specifieke doelen van meerdere vakken, vergroot betrokkenheid. - nadelen: vereist meer voorbereiding, vraagt flexibiliteit van de leerkracht, het ene vak is dominanter aanwezig dan het andere vak. 

Multidisciplinair
Multidisciplinaire integratie verbindt twee of meer vakken rond een thema, zoals een project over seizoenen waarbij muziek, natuur en taal aan bod komen. De vakken blijven herkenbaar en werken gelijkwaardig samen aan het overkoepelende thema.
- voordelen: maakt leren betekenisvoller, draagt bij aan contextueel leren, bevordert samenwerking tussen vakken.
- nadelen: vergt coördinatie en planning, vakken blijven nog enigszins apart en missen volledige synergie. 

Interdisciplinair 
Deze vorm gaat verder dan multidisciplinair door de vakgrenzen te laten vervagen; vakken worden niet langer afzonderlijk benoemd en hebben elkaar nodig voor een geïntegreerde aanpak. Bijvoorbeeld bij een project waarin leerlingen een reis door de tijd maken en ze onderzoeken hoe de samenleving, culturele uitingen en wetenschap door de tijd veranderen. Kinderen komen tijdens hun reis in aanraking met geschiedenis, muziek, handvaardigheid en natuur & techniek. De leerkracht bedenkt vooraf welke leerdoelen aan bod zouden kunnen komen tijdens het project.
- voordelen: deze vorm biedt vakgerichte doelen, bevordert diepgaand leren en kritische denkvaardigheden, en stimuleert probleemoplossend vermogen. Het klaslokaal ademt enthousiasme en betrokkenheid.
- nadelen: deze vorm vraagt om verandering in lesmateriaal en aanpak en is moeilijker te plannen binnen reguliere methoden.

Transdisciplinair 
Bij alle hiervoor genoemde vormen van vakintegratie is de leraar min of meer bepalend voor de keuze van de onderwerpen of inhouden van het onderwijs: die zijn leerkrachtgestuurd. De transdisciplinaire vorm is veel meer leerling-gestuurd: uitgangspunt zijn de vragen en onderwerpen die leerlingen zelf aandragen. Dit is de meest complexe vorm van vakintegratie. 
Leerlingen kiezen bijvoorbeeld zelf het thema duurzaamheid en onderzoeken hoe ze de geluiden van de natuur kunnen gebruiken om een muzikale compositie te maken die aandacht vraagt voor milieuproblematiek. Deze aanpak overstijgt vakken compleet. Hoewel deze vorm van integratie volledig leerling-gestuurd is, heeft de leerkracht een belangrijke rol in dit proces. Deze is bepalend voor het succes van de aanpak. De leerkracht moet kunnen inspelen op wat de leerlingen aandragen en moet daar leerdoelen aan kunnen koppelen die bijdragen aan de landelijke kerndoelen. Ook moet de leerkracht goed volgen wat het niveau is van de kinderen bij de vakken, bijvoorbeeld via een leerlingvolgsysteem. Daarnaast moet de leerkracht in staat zijn om de leerlingen subtiel bij te sturen, zowel in het kiezen van onderwerpen, als in de fase daarna. Transdisciplinair onderwijs vraagt dus veel kennis van de leerkracht van alle vakken en over hoe je die verbindt, en over hoe je leerlingen kunt begeleiden of scaffolden* in het bereiken van leerdoelen in een vrije situatie.
- voordelen: sluit aan bij de belevingswereld van leerlingen, stimuleert zelfstandigheid en eigenaarschap over het leerproces.
- nadelen: intensief voor leerkrachten, vereist improvisatievermogen van de leerkracht en aanpassing van de reguliere lesstructuur, implementatie is vaak bouwbreed of schoolbreed.

De vormen van vakintegratie: hoe verder naar rechts de vorm van integratie staat, hoe diepgaander de integratie is. Verder naar rechts geeft daarbij ook grotere kansen op de genoemde opbrengsten en meer kans op de genoemde vereisten

Toename in complexiteit
De hierboven beschreven vormen van vakintegratie nemen toe in mate van complexiteit. Hoe geïntegreerder je werkt, hoe groter de benodigde investering in tijd, planning en begeleiding. Terwijl de eenvoudige vormen van vakintegratie relatief snel zijn toe te passen zijn in de klas, vragen de complexere vormen om een herziening van bestaande lesmethoden, een brede kijk op vakinhoud en samenwerking binnen het team. Leerkrachten moeten beschikken over de vaardigheden om grenzen tussen vakken te laten vervagen en bredere leerdoelen na te streven. De complexere vormen van integratie zoals interdisciplinair en transdisciplinair zijn aantrekkelijk vanwege hun potentiële voordelen, zoals verhoogde leerlingmotivatie en diepere leerervaringen. Ze vragen waarschijnlijk wel een flexibele houding van de leerkracht, extra ondersteuning en professionalisering, en kunnen aanvankelijk leiden tot onzekerheid over het behalen van specifieke vakdoelen.
Elke vorm van vakintegratie heeft zijn eigen plaats en waarde binnen het onderwijs. Dat komt doordat iedereen andere affiniteiten heeft, er onderlinge verschillen zijn in expertise en ervaring, elke school een eigen onderwijsvisie heeft, de inrichting van de school en onderwijsruimte variëren, et cetera. Je hoeft als leerkracht of school dus ook niet te streven naar de meest complexe vormen van vakintegratie. Door bewust een vorm te kiezen die past bij de eigen onderwijssituatie en mogelijkheden, kunnen leerkrachten stapsgewijs het zakmes van vakintegratie leren gebruiken waarbij zowel leerlingen als leerkrachten groeien in hun ervaring met vakoverstijgend onderwijs.

Noot *
Scaffolden is een vakterm die staat voor de didactische aanpak waarbij de leerkracht tijdelijke ondersteuning biedt aan leerlingen om hen te helpen een bepaald leerdoel of vaardigheidsniveau te bereiken. Het doel van scaffolding is de leerling begeleiden naar zelfstandigheid en zelfvertrouwen in het leren. Een en ander is gebaseerd op de ideeën van de Russische psycholoog Lev Vygotsky (1896-1934), met name zijn concept van de zone van naaste ontwikkeling. Dit is de ruimte tussen wat een leerling al zelfstandig kan en wat hij kan bereiken met de juiste ondersteuning. Zie ook het artikel ‘Scaffolding in kunstlessen’ in De Pyramide van november 2020: gehrelsmuziekeducatie.nl/ artikelen/scaffolding-kunstlessen

Meer weten?
Gresnigt, R., Slangen, L., & Brouwer, W. (2017). Vakkenintegratie: daar kun je op rekenen! Vakoverstijgend werken aan creatief, kritisch en probleemoplossend denken. In M. van Zanten (red.). Rekenen-wiskunde in de 21e eeuw. Ideeën en achtergronden voor primair onderwijs (pp. 33-42). Utrecht / Enschede: Panama, Universiteit Utrecht / NVORWO / SLO. panamaconferentie.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/22/2017/01/04-Gresnigt-WEB.pdf
Kennisclips vakintegratie – Muziek: meermuziekindeklas.nl/activiteiten/kennisclips-vakintegratie
Kunstzone: Muziekonderwijs Op Het Snijvlak - Vakintegratie is niet vanzelfsprekend
Gresnigt, R. (2020): Drieluik over vakintegratie op de website wij-leren.nl:
Vakintegratie 1 - Welke vormen van integratie zijn er? 
Vakintegratie 2 - Zoek naar het verbindende principe
Vakintegratie 3 - Welke competenties vraagt het van een leerkracht? 
Gresnigt, R., Slangen, L. (2015): Integreren op niveau. Jeugd in School en Wereld, januari 2015, p. 32-35.

Literatuur
Aikin, W. M. (1942). The story of the eight-year study. Harper & Brothers.
Gresnigt, R. (2018). Integrated curricula: An approach to strengthen science & technology in primary education Eindhoven University of Technology. Eindhoven.
Gresnigt, R., Taconis, R., Van Keulen, H., Gravemeijer, K., & Baartman, L. (2014). Promoting science and technology in primary education: a review of integrated curricula. Studies in Science Education, 50(1), 47-84. doi.org/10.1080/03057267.2013.877694
Kreijkes, P., & Greatorex, J. (2024). Differential effects of subject-based and integrated curriculum approaches on students’ learning outcomes: A review of reviews. Review of Education, 12, e3465.
 

Rens Gresnigt is programmamanager en consultant bij Fontys University of Applied Sciences en is in 2018 gepromoveerd op een onderzoek naar vakintegratie in het primair onderwijs.

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.