Voorbij de tweedeling
De voorjaarsvakantie staat voor de deur, het is vrijdag en ik probeer mijn nakijkwerk van afgelopen periode nog af te ronden. Nakijkwerk is voor mij een moment van reflectie: heb ik studenten genoeg kunnen prikkelen, voldoende kunnen meegeven om hen weer een stapje verder te helpen in de eigen ontwikkeling als professional? De afgelopen jaren zorgt één module die ik geef bij het conservatorium aan een docentenopleiding, aan het begin van het academisch jaar al voor een interne discussie met mijzelf omdat ik daar, wegens gebrek aan alternatief, de termen ‘westers en niet-westerse’ (muziek) hanteer.
Dit is problematisch om verschillende redenen. De indeling is geografisch gezien sowieso onjuist*, daarnaast roept het label ‘niet-westers’ associaties op met westerse dominantie. Maar daarover een andere keer meer.
Terug naar de les: voor deze module merk ik dat de terminologie in de weg zit om tot de inhoud te komen. Tegenwoordig begin ik daarom de module eerst met een brainstorm met de studenten, over een alternatief voor deze termen. Daarin komt de term ‘wereldmuziek’ vaak op, maar die laten we ook snel weer gaan, die term is wellicht nog problematischer. Vervolgens zetten we de brainstorm door, maar we komen er vaak niet uit en dan spreken we af dat we de hele module blijven openstaan voor alternatieven. Ook zetten we ons actief in voor nuancering in ons taalgebruik. We proberen zinnen als ‘dan zingen we Afrikaanse liedjes’ te voorkomen en te waken voor stereotypering en tunneldenken, bijvoorbeeld ‘ik heb Marokkaanse leerlingen’, die Nederlands zijn, ‘dus ik ga alleen Marokkaanse muziek luisteren met hen’. Studenten geven ter afsluiting in een mondelinge presentatie hun visie op het samenstellen van een muziek-curriculum voor hun onderwijspraktijk. In hun plan integreren zij ‘niet-westerse’ muziek met didactische en pedagogische aanpakken.
Het was heel bijzonder om alle studenten met zoveel respect te horen vertellen over hun keuzes en bewustzijn van hun eigen mogelijkheden: “Je wilt natuurlijk ook niet cultureel gaan toe-eigenen en ook echt een goed voorbeeld kunnen geven waarbij context heel belangrijk is.” Veel studenten geven aan voor een groot deel vooral vanuit de ‘westerse’ muziek(traditie) les te blijven geven, wat begrijpelijk is aangezien zij hierin zijn getraind en dit hun expertise is. Maar dit is niet de vanzelfsprekende norm in hun eigen muziek-curriculum ... en daar is dan natuurlijk een mooi zaadje geplant.
Voorbij de tweedeling, door naar de inhoud!
* De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) adviseerde in 2021 het onderscheid in ‘westers en niet-westers’ af te schaffen. Die tweedeling is volgens de WRR problematisch, omdat de wetenschappelijke onderbouwing hiervoor ontbreekt: niet goed valt uit te leggen waarom Japan en Indonesië, waar niet-Europese talen worden gesproken en shintoïsme, boeddhisme en de islam de belangrijkste religies zijn, westers zijn. Terwijl alle landen in Zuid-Amerika, waar Europese talen worden gesproken en het katholicisme de overheersende religie is, als niet-westers gelden. Wonderlijk is ook dat Oezbekistan en Papoea-Nieuw-Guinea als westers gelden, terwijl Suriname en Curaçao, waar Nederlands een officiële taal is en het onderwijssysteem op Nederland is georiënteerd, als niet-westers worden gezien.
Bron: wrr.nl/publicaties/policy-briefs/2021/06/22/index