Klaar is kikker

Benodigdheden: 
audiotracks (zie links in de les);
(zelfgemaakte) kikkers van stof gevuld met rijst/kunststof korrels, of kikkerknuffels met geluid of pittenzakjes
ooievaar (handpop/marionet) of rode snavel
houten kikker (bijv. van Wereldwinkel)
blauw of zilverkleurig doek of touw als (begrenzing van) waterplas
'regenmaker' of oceandrum, kleppers, claves, buistrom/woodblock, handtrom, rasp, kazoo, triangel
illustratiemateriaal van kikkers en ooievaars
eventueel: washandjes en peuterbadjes
eventueel: cd Peuters Dansen 2, Muziek tussen Schoot en School, Muziekplezier I
Genre: 
Natuur, dieren
Auteur: 
Tineke Vlaming
Foto's: 
Tineke Vlaming
Verschenen in Pyramide: 

Een opzegversje

De kikker

Wisse wasse willetjes
De kikker wast zijn billetjes.
Wast alle vier zijn pootjes
met water uit de slootjes.
Hij wast zijn kop, zijn buik, zijn rug
en… klaar is kikker, lekker vlug.

Wisse wasse welletje
De kikker wast zijn velletje.
Maar nooit zijn oor en nooit zijn haar.
Dat heeft hij niet, dus hij is klaar!
Dag kikker met je schone vel,
poets jij dan je tanden wel?

Spelvorm

Bij bovenstaand opzegversje heeft ieder kind (zogenaamd) een washandje of badspons, waarmee het alle genoemde lichaamsdelen wast; bij de speelgoed kikker(s) en/of bij zichzelf (lichaamsbesef).

Bij een ouder-kindgroep met baby’s hebben de ouders een washandje. Het eerste deel van dit versje is opgenomen op de cd ‘Peuters dansen 2’, waarbij op de achtergrond het geluid van stromend water klinkt.

Spelvorm

Bij dit eenvoudige liedje gebruik ik een houten kikker, die geluid maakt als je met het bijgeleverde stokje over de punten van zijn rug strijkt. Ook geschikt voor jonge kinderen.

Aan het eind van het liedje laat een kind het geluid van deze kikker horen als naspel en ‘instrumentale improvisatie’! Je kunt er ook pluche dieren of drukdoosjes met geluid bij gebruiken.

Bij dreumesen zou je de tweede regel als volgt kunnen zingen: “Luister maar, wat kan hij goed”. Daarbij doe je een beroep op het luisteren en omzeil je onbekende werkwoorden.

Voor kinderen, die in hun taalontwikkeling toe zijn aan het nabootsen van geluiden, is dit liedje heel geschikt. Maak de geluiden dan bij voorkeur met de stem en laat ook andere dieren en hun geluiden zien, horen en/of nadoen.

Als je het kwaken vervangt door springen, zwemmen, eten…enz. heb je veel mogelijkheden tot bewegen. Herhaal dan het hele liedje nog eens, zodat de kinderen meer tijd hebben voor de beweging.

De kinderen zitten op de knieën om een ‘waterplas’ en tikken in de maat op hun knieën of maken duikbewegingen met de handen. Bij de laatste regel klappen ze 3x in de handen om daarna naar voren te ‘duiken’.

Ook bij deze activiteit kun je elk kind een speelgoedkikker geven; het tikken en klappen blijft dan om praktische redenen achterwege. De kikker springt heen en weer en duikt bij ‘plons’ in de ‘waterplas’.

In de zomermaanden kun je de kinderen zelf in een buitenbadje laten springen. Welke dieren of kinderen springen nog meer in het water?

Dit is een spannend liedje, want de ooievaar wil de kikkers opeten. Gebruik een handpop-ooievaar, een vogel-marionet of knutsel er zelf een. Maak van karton de onder- en bovenkant van een rode snavel en laat hem op je hand (met witte handschoen) open en dicht gaan door duim en vinger(s).

Voor peuters is die suggestie genoeg. Doe eventueel zelf rode sokken aan en loop statig en langzaam rond, waarbij je de knieën hoog op tilt. In ’t algemeen zingen de volwassenen het liedje, terwijl de kinderen bewegen.

Spelvorm

Op de vloer ligt een groot doek, touw of getekende lijn als (begrenzing van) het water van de sloot. De kinderen zwemmen of springen als kikkers op de maataccenten van het liedje rondom het doek of touw.

Een leidster of ouder is de ooievaar. Deze houdt eerst nog even afstand maar komt na de vierde regel dichterbij.

Dan pakken twee leidsters het doek op en de ‘kikkers’ kruipen eronder. Bij kleuters is de begrenzing van het touw of de lijn voldoende; daarbinnen kan de ooievaar ze niet pakken!

Dan trekt deze zich even terug en herhaalt zich het spel; eventueel met een andere volwassene of kind als ooievaar.

Collega’s die voor ieder kind een speelkikker hebben, kunnen kikkers uitdelen en daarmee laten zwemmen, springen en verstoppen.

Muzikale tegenstelling

Oefen het statige lopen (of vliegen) van de ooievaar ook met de kinderen. Daarbij is juist de afwisseling met de snellere kikkerbewegingen heel boeiend. 

Zing er een liedje bij, waarin die tegenstelling duidelijk hoor- en zichtbaar is, bijvoorbeeld op de melodie van Zo gaat de molen…: Zo gaat de ooievaar… Zo gaan de kikkers

De tegenstellingen ‘langzaam en snel’ kun je ook laten horen door je eigen instrument, je stem of een geluidsfragment van een cd bijvoorbeeld Minoesjka of Vlug-Langzaam (zie de bronnen aan het einde van dit artikel).

Vingerversje voor de fijne motoriek

Tien kleine kikkers sprongen op het gras. - met de vingers op de tafel….
Ze wisten niet eens dat de ooievaar* er was. - op knieën tikken
Langzaam kwam hij aangelopen - lopen met twee vingers van elke hand
en hij deed zijn snavel open. - handen als een snavel open doen
‘Klep klep klep… klep klep klep - idem; 3x- afwisselend met beide handen
Weet je dat ik honger heb?’ - idem; 6x - beide handen tegelijk
Tien kleine kikkers, die sprongen op het gras, - met de vingers roffelen
doken toen maar snel in de waterplas. - handen onder de tafel of achter de rug

* Er zijn meer vogels die kikkers eten; b.v. reigers.

Spelvariatie

Bij bovenstaand versje kunnen de kinderen ook zelf kikkers en ooievaar zijn. Hoeveel kikkers zijn er? Peuters en kleuters tellen graag; in ’t algemeen echter hebben kleuters meer getalbegrip.

Instrumenten

Als begeleiding voor bovenstaand versje, (zelf te verzinnen) geluidenverhaaltje of gehoorspel.

Gehoorspel

  • Handtrom (roffelen met de vingers): springende kikkers; eerste 2 en laatste 2 regels;
  • Claves, buistrom of woodblock: het stappen van de ooievaar; regel 3 en 4;
  • Kleppers: het geluid van klepperende ooievaar; regel 5 en 6;
  • Rasp, kikker van hout, geluidsdoosje of knuffel met geluid: kikkergeluid; alles als voorspel:
  • Rainstick, oceandrum of waterbak: geluid van stromend water; bij laatste regel of als naspel.

Laat de verschillende instrumenten als begeleiding bij het opzegversje bespelen door volwassenen; eventueel samen met een peuter. Kleuters kunnen dit na een goede instructie en oefening zelfstandig uitvoeren.

Reageren op muzikale verschillen

Kikkers halen met hun lange tong insecten uit de lucht. De docent ‘zingt’ door de kazoo een passende melodie, waarbij de ‘kikkers’ rondspringen.

Bij een tik op de triangel of klokkenspel (door collega) reageren de kikkers door het happen naar een insect. Heel even is het stil; dan klinkt de kazoo weer en gaat het spel verder.

Toen jij klein was, lieve kikker

Een lied, waarin de levensloop van een kikker wordt bezongen.

Gebruik er (een boekje met) illustraties bij en maak zo mogelijk bewegingen die passen bij de sfeer van de verschillende strofen.

Toen jij klein was, lieve kikker

Melodie: 
Tineke Vlaming
Tekst: 
Tineke Vlaming
Liedje voor peuters/kleuters over kikkerdril
Audiotrack van 'Toen jij klein was, lieve kikker'. Opnameleider Leo Aussems
De Pyramide, afl. 60-02, maart 2006
Uitgeverij: 
Gehrels Muziekeducatie

Toen jij klein was, lieve kikker,
ben je uit het ei gegaan.
Zwom je als een kikkervisje
met een staartje achteraan.

Je werd groter, lieve kikker.
Je zwom iedereen voorbij.
En daar achter bij je staartje
kreeg je er twee pootjes bij.

Je werd groter, lieve kikker
Jij zwom heel de dag maar door
en er groeiden nog twee pootjes;
nu niet achteraan, maar voor.

Toen je groeide, lieve kikker,
raakte jij je staartje kwijt.
Maar toen kon je toch al springen
en je sprong de hele tijd.

Nu je groot bent, lieve kikker,
spring je in het groene gras
en je zwemt met al je vriendjes
samen in de waterplas.

Weet je, grote lieve kikker,
weet je wat ik vragen wil?
Leg jij later in mijn slootje
ook wat eitjes kikkerdril?

Download de bladmuziek van 'Toen jij klein was, lieve kikker'

Nog meer…

Kikkertje, kikkertje spring in ’t water

Op de melodie van ‘Visje, visje in het water’ zing je het volgende liedje:

Kikkertje, kikkertje spring in ’t water.
Kikkertje, kikkertje spring in ’t rond.
Kikkertje, kikkertje houd je snater.
Kikkertje, kikkertje val op de grond.

Spelvorm

De kinderen bewegen volgens de tekst van het liedje in kringvorm of vrij in de ruimte.

Voor iedereen een kikkertje

Op de melodie van Bingo zing en dans je (bij) het volgende liedje:

Voor iedereen een kikkertje
en loop maar in het rond (2x)
Zet het op je hand (3x)
Ja, zet het op je hand:
Een, twee, drie, vier…springen!

Spelvorm

De kinderen lopen rond in kringvorm en houden een kikker of pittenzakje vast. Bij: 'Zet het op je hand' gaan ze met hun gezicht naar het midden van de kring staan en leggen de kikker op de palm van hun hand. Daarna doen ze 5 stappen op de plaats of naar voren, waarbij ze hun hand met de kikker op en neer bewegen.

Bij 'springen' laten ze de kikker vanaf de hand in het midden van de kring springen. Daarna pakken ze hem direct weer op en herhaalt zich de beschreven dansvorm. Omdat de overgang zo snel gaat, oefen je deze dansvorm een aantal keer zingend, zonder muziek van de cd.

Materiaal

  • Stoffen kikkers (zie foto's) is gevuld met rijst of korrels zijn eenvoudig te maken en heel gebruiksvriendelijk voor alle leeftijdsgroepen. Ze worden meegedragen op handen, hoofd, schouder enz. en zijn in allerlei houdingen neer te zetten of te leggen. Een patroon met werkbeschrijving kun je vinden op www.gehrelsmuziekeducatie.nl of te bestellen via tinekevlaming@hetnet.nl
  • Als illustratiemateriaal voor kikkerdril kun je nopjesplastic gebruiken; bovendien is het laten knappen van de nopjes erg leuk.

Bronnen

Titels van afgedrukte notenvoorbeelden, liedjes en teksten:

  • Tineke Vlaming: Wisse wasse willetjes (opzegversje); Wie duikt daar in het water?; Weet je hoe een kikker doet?; Kijk eens kikker, wie komt daar? Tien kleine kikkers (vingerversje) en Toen je klein was, lieve kikker
  • Kikkertje, kikkertje spring in ‘t water – opgetekend in Leiden door Lieneke Schotanus.
  • Voor iedereen een kikkertje - tekst: Marjanka van Maurik; muziek Bingo, cd en boekje De Tweede Vrolijke Kring

Tenslotte nog een aantal titels van bruikbare liedjes, waarvan tekst en melodie hier niet wordt afgedrukt.

  • • Kwik en kwak twee kikkertjes, in: Zingen met Likkepot; boekje en cd.
  • • De kikkertjes zijn aardig om te zien, in: Alle liedjes met een hoepeltje erom; boek en cd.
  • • Alle kikkers (eendjes) zwemmen, springen, duiken in en uit het water (traditioneel).
  • • Hoor wie komt daar aan?, in: Zingen met Duimelot; boek en cd
  • • Plitse pletse plater, de kikker (het eendje) zwemt in het water, in: Muziek tussen schoot en school; boek en cd.
  • • Klap klap, zo doen de handen: Kwak kwak, spring spring, enz. zo doen de kikkers, ….in: 50 Liedjes voor peuters en kleuters, Annie Langelaar.
  • • Wie ligt daar zo stil? Vader/moeder kikkerbil…, in: Zingen met Likkepot; boek en cd.

Muziekfragmenten

  • • Bingo: te vinden op de cd: De tweede vrolijke kring.
  • • Minoesjka: te vinden op de cd: Muziek tussen schoot en school.
  • • Vlug-langzaam: te vinden op cd: Muziekplezier 1 en cd Pyramide 2003.

Tineke Vlaming is Muziek op Schootdocent. Zij maakte ook de illustraties en foto’s.

Lees ook

Les
Foto Frauke Riether Pixabay

Lente! In deze les beleven de peuters en kleuters hoe de jonge vogels zich klaarmaken om de wijde wereld in te vliegen.

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.