Planetenmuziek
Doelgroep 5 tot 7 jaar
Lessuggesties Helge Boekestijn
Spacy de astronaut zoeft met haar raket door de ruimte. Langs manen, sterren en planeten. Het is heel stil in de ruimte. Of toch niet? Soms hoort ze zoemen, zingen, knisperen, wisperen, rommelen en bommelen. Het lijkt wel of de planeten muziek maken. Bij elke planeet klinkt de muziek weer anders. Spacy kon de muziek niet opnemen, maar ze heeft geprobeerd om het op te schrijven. Kijk maar, dat ziet er zo uit.
Bekijk samen de partituur.
Download hier de grafische 'Planetenpartituur'
Wat zie je allemaal? Wat voor geluid past daarbij? Probeer het samen uit met bodysounds en je mond. Wijs langzaam over de tekens met de aanwijsraket: Knip de raket uit, klap hem dubbel en plak hem op een stokje.
Download hier de aanwijsraket (png)
Beweeg met de klok mee of andersom, wissel van richting, of spring van het ene naar het andere teken, vertraag en versnel.
Voorbeelden van geluiden die je kunt maken
- Stippen = Klap in de handen. Grote stip = luide klap / kleine stip = zachte klap
- Bovenste lijn = Glissando met de stem op een oe of ie klank. Lijn omhoog = toon omhoog / lijn omlaag = toon omlaag.
- Kronkel rechts = Roffel met de handen op de bovenbenen of de borst. Van zacht naar sterk en weer terug naar zacht.
- Bliksemschichten = Tsj-geluid met de mond (zonder stem) van langzaam naar snel en weer terug naar langzaam.
Met de partituur groot op het bord kunnen ook twee raketten tegelijk vliegen. Verdeel de klas in 2 groepen en laat 2 kinderen aanwijzen. Je kunt de partituur ook uitvoeren met instrumenten en voorwerpen. Zoek samen de mooiste / origineelste klanken uit.
Muziekhoek
Leg een print van de partituur en een aanwijsraketje in de muziekhoek, met wat instrumenten. Eén kind mag aanwijzen, vier anderen hebben elk hun eigen instrument en grafische teken dat ze laten horen als ze aan de beurt zijn. Daarna wisselen ze van rol.
Speelstuk / Soundscape Dino’s in de nacht
Doelgroep 6 tot 9 jaar
Voor percussie-instrumenten / voorwerpen / bodysounds
Lessuggesties Helge Boekestijn
Het is nacht in het oerwoud. De meeste dino’s slapen. Maar niet allemaal. Soms hoor je zomaar een geluid. Gewapper, gescharrel, gegrom, gepiep, getik ... wat zijn ze aan het doen? Of dromen ze soms raar?
Op het plaatje (de partituur) zie je de geluiden van vier dino’s in de nacht. Hoe denk je dat de geluiden klinken? Probeer het uit met je lichaam, je mond, de stoel, de tafel... Of misschien heb je er iets anders bij nodig: een blaadje papier, een potlood ....
Download hier de grafische Dino-partituur
De partituur kan op verschillende manieren worden uitgevoerd:
- Wijs de vakjes aan in willekeurige volgorde. Zolang de aanwijsstok in het vakje staat, mogen de spelers het geluid laten horen. (Wijs ook af en toe een leeg vakje aan). Het hoeft niet precies tegelijk. Bijvoorbeeld: in het hokje met de twee spiralen mag iedere speler 2x een geluid maken. In het hokje met veel driehoekjes speel je eerst veel snelle noten en dan steeds minder. In een hokje met 1 teken mag iedere speler 1x spelen.
- Wijs meerdere vakjes tegelijk aan. Laat bijvoorbeeld twee kinderen aanwijzer zijn.
- Ga met de stok langzaam van links naar rechts over de partituur, van cijfer 1 naar 8. De vakjes onder het cijfer worden tegelijk gespeeld.
Suggesties voor de geluiden
- Vierkantjes: klap, handslag op tafel, trom, boomwhacker
- Spiralen: roffels op de bovenbenen of op tafel, roffels op een trom, tamboerijn, guiro, shaker
- Zigzag teken: wapperen met papier, heen en weer schuiven met papier of voorwerp over de tafel, handen wrijven, guiro, shaker
- Driehoekjes: tikgeluid, potlood op tafel of tegen stoelpoot, klokkenspel, triangel (kort, meteen dempen), xylofoon, claves, woodblock
- Met je mond en stem: bom, prrrrr, tsji tsjoe (zonder stem), ping ...
Een eigen Dino-speelstuk ontwerpen
Met het werkblad maken de kinderen een eigen compositie. In een groepje van 4 kan elk een eigen dino spelen.
Download hier het werkblad Dino-muziek
Tip
Doe het werkblad in een plastic insteekhoesje (of lamineer) en gebruik wisbare stiften, dan kun je ze vaker gebruiken.
Rainy Day
Doelgroep 9 tot 12 jaar
Speelstuk voor boomwhackers en zang en/of melodieinstrumenten. Aan te vullen met ukelele en percussie.
Lessuggesties Helge Boekestijn
De boomwhackers worden bespeeld met twee boomwhackers per speler: C+G, D+E, F+A en B+C’. Je houdt die zo twee aan twee bij elkaar, omdat het ritme gebaseerd is op de bewegingen die je maakt als je met twee handen speelt. Deze beweging voel je in je lijf en daardoor is het ritme lang vol te houden. Samen vormen de boomwhackers een groove, of ostinaat, waarop een melodie wordt gezongen, en/of gespeeld met melodie-instrumenten. De groove kun je aanvullen met percussie-instrumenten, voor een steady beat. De akkoorden kun je (laten) meespelen op ukelele (C-, F- en G-akkoord).
Download hier de grafische kleurenpartituur 'Rainy Day' (pdf)
Eigenlijk heb je met dit lied twee aparte liedjes bij de hand (bladmuziek: zie hieronder). Afhankelijk van het jaargetijde, het weer of je stemming, kies je voor ‘Rainy Day’, of voor ‘Sunny Day’. Het stuk kan worden opgesplitst in:
- Speelstuk (zonder de melodie)
- Lied
- Speelstuk plus melodie
Speelstuk zonder de melodie
Verdeel de instrumenten en laat de spelers bij elkaar zitten in groepjes per partij. Bouw het speelstuk op door één partij te laten beginnen en dan steeds een partij toe te voegen. Daarna kun je met gebaren (denk aan Kobranie of Vocal Painting of verzin ze zelf) gaan spelen met de partijen. Bijvoorbeeld:
- Laat partijen luider, zachter of zonder geluid spelen.
- Bedenk samen een choreografie en/of speelwijzen voor de boomwhackers.
- Vervang de boomwhackers door bodypercussie.
- Vervang de boomwhackers door zingen (doem doem, pom pom).
- Wissel boomwhackers, zang en bodypercussie af.
Lied
Begeleid het lied op een gitaar of piano. Zing eerst eenstemmig en bouw op tot de vierstemmige canon.
Rainy Day - Sunny Day
Totaal
Bij dit speelstuk is een begeleidingstrack beschikbaar als mp3 en twee meespeelvideo’s. Daarbij hoor je de volgende opbouw:
- De boomwhackers zetten na elkaar in, waarbij de onderste partij begint
- Het lied 1x eenstemmig
- Het lied als canon, elke partij zingt het lied 3x
- De boomwhackers stoppen na elkaar, de bovenste partij stopt als eerste.