Jonge kinderen groeien door uitdaging en speelruimte. Niets drukt een grotere stempel op onze kansen in het leven dan ons spel. Mieras duikt met ons in recente ontdekkingen over het geheim van onze jonge ontwikkeling. Ontdekt wordt hoe peuters en kleuters hun basisfuncties ontwikkelen en welke invloed dat heeft op schoolprestaties. Hoe helpen we alle kinderen goed op weg, ook de kansarme?
Wetenschapsjournalist, natuurkundige en specialist in hersenontwikkeling Mark Mieras begint zijn lezing op de NOT 2023 met het bekende adagium 'Gras kun je niet harder laten groeien door eraan te trekken'. HIj vertelt dat directief aanwijzingen geven aan leerlingen vaak niet leidt tot betere leerprestaties. Nieuwsgierigheid echter, zet de hersenen in een uitstekende uitgangspositie om te kunnen leren.
Ter illustratie toont Mieras een dia met het gedicht Applaus alleen voor mij van Iris Boter (2015), waarbij het derde woord in de tweede regel is afgeplakt. Leerlingen uit het vo moesten raden welk woord daar zou kunnen staan. De leerlingen gingen direct aan de slag: uit eigen beweging analyseerden zij het gedicht, omdat ze zo beter konden raden: wat bedoelt de dichter te zeggen met dit gedicht? En welk woord zou daar dan het beste kunnen staan? Door iets weg te halen, ontstaat nieuwsgierigheid: de hersenen gaan aan. Dit soort opdrachten werkt beter dan de opdracht 'analyseer dit gedicht'.
Spelen
Ook voor jongere kinderen geldt dat nieuwsgierigheid belangrijk is. Zij vermaken zich voortdurend met wat ze (nog) niet weten, om op die manier de wereld om hen heen te ontdekken en uit te zoeken hoe iets is of werkt. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen van een zandkasteel: niet het resultaat is belangrijk, maar het proces van bouwen. Wat ze niet begrijpen, gaan ze testen. Dat is spelen: de meest oorspronkelijke en diepe manier van leren. Kinderhersenen maken spelend continu nieuwe verbindingen.
Hoe jonger het kind is, des te belangrijker het onderwijs. Hoe eerder je je met de ontwikkeling van een kind bemoeit, hoe fundamenteler je invloed. Maar bij het 'helpen' bij het spelen moet je goed weten wat je doet, kinderspel moet je niet verstoren, dan maak je het kapot.
Je kunt spelen goed begeleiden. Mieras geeft als voorbeeld een onderzoek waarbij jonge kinderen op verschillende scholen of kinderdagverblijven speelden met een watertafel. Op de ene school werd het een natte bende en hadden ze het na een kort poosje wel gezien. Op een andere school bleven de kinderen eindeloos water overschenken van het ene bekertje naar het andere emmertje. Wat was het verschil? Op de eerste school werden de kinderen bij het spelen niet begeleid, bij de tweede wel: de pedagogisch medewerker zei tegen de kinderen: "Ik ben benieuwd waar de meeste kopjes water in passen." Hun nieuwsgierigheid was aangewakkerd: dit was precies de juiste spelomstandigheid waardoor het spel van de kinderen intensiveerde.
Leren
Plezier tijdens het leren is belangrijk: het staat garant voor ontwikkeling. De subjectieve ervaring is gelinkt aan een objectief neuro-biologisch proces: bij plezierbeleving worden nieuwe verbindingen in de hersenen gemaakt.
Kinderen worden geboren met alles erop en eraan, maar de hersenen staan nog aan het begin van hun ontwikkeling. Zij hebben wel een gereedschapskist om de hersenen zelf te ontwikkelen.
Hoe we leren, is cultureel bepaald. In Nederland leren wij tellen op de vingers van beide handen. We ervaren tijdens het rekenen een drempel tussen 5 en 6, omdat we vanaf 6 niet meer op één hand kunnen tellen. Zo is het bijvoorbeeld moeilijker voor ons om hoeveelheden in één oogopslag te bepalen vanaf een aantal van 6 stuks. Ook is het voor ons makkelijker om 5+2 uit te rekenen (één volle hand plus 2) dan 3+4. Bij die laatste som is er sprake van een langere reactietijd. In China hebben ze voor alle getallen tussen 1 en 10 maar één hand nodig: voor de getallen 6 t/m 10 zijn er dan andere gebaren. Hun rekenproces werkt daarom anders in de hersenen, er is geen drempel tussen 5 en 6.
Muziek
Muziek is belangrijk voor alle vaardigheden, en een uitstekende manier om te leren luisteren. Per kind is er verschil in hoe zij het stemgeluid van de juf waarnemen: het maakt uit of het kind al dan niet muzikaal is getraind. Dat komt doordat de taalcentra mee-ontwikkelen bij het luisterproces naar muziek. Zo dragen ritmische oefeningen bij aan het vermogen het verschil te horen tussen 'ba' en 'ga'.
Muziek maken traint bovendien executieve functies als timing, werkgeheugen, inhibitie (je innerlijke rem), gerichte aandacht, planning en flexibiliteit. Al deze functies dragen bij aan het vermogen tot zelfsturing, een belangrijke succesfactor later in het leven. Beweging zoals klimmen in een boom traint deze executieve functies ook.
Succesformule: plezier, speelruimte, nieuwsgierigheid
Plezier is een belangrijke factor bij leren lezen, ook daar is onderzoek naar gedaan, vertelt Mieras. Op een school waar kinderen erop werden gewezen wat zij fout deden bij het voorlezen, werd hun leesvaardigheid nauwelijks beter. Op een school waar een juf de kinderen complimenteerde voor wat zij al wél konden, vorderden de leerlingen sneller. Het vervulde de leerlingen met trots en plezier wat zij allemaal al konden. De juf gaf vertrouwen en ontspanning en stelde het plezier centraal, en dat hielp de kinderen hun vaardigheden verder te ontwikkelen.
Mieras: "Mede daarom zijn de zogeheten 'leuke' vakken van belang. Extra aandacht aan rekenen besteden ten koste van 'leuke' vakken is het paard achter de wagen spannen."
Ook nieuwsgierigheid is een belangrijk gegeven in het onderwijs. Een voorbeeld van een inadequate manier van reageren op een vraag van een leerling naar aanleiding van een les over kunst:
Leerling: "Zijn er plaatsen op aarde waar ze geen kunst maken?"
Leraar: "Zoë, geen vragen nu alsjeblieft, het is tijd om te leren."
De leerling krijgt nu mee dat je je nieuwsgierigheid moet bedwingen als je iets wilt leren. Terwijl je de leerlingen juist nieuwsgierig wil maken om vervolgens daarop te kunnen inspelen. Nieuwsgierige leerlingen willen de lacunes in hun kennis zelf oplossen.
Mieras eindigt zijn presentatie met een uitspraak die in de trein op weg naar de Nationale OnderwijsTentoonstelling bij hem opkwam:
"Als we jonge kinderen plezier, speelruimte en nieuwsgierigheid gunnen, kunnen zij een beter fundament leggen voor later."