Dirigent, klavecinist, organist, en musicoloog Ton Koopman is een gedreven man. In de documentaire die over hem is gemaakt door Paul Hegeman (Ik wil graag honderd worden) zien we hoe hij elke minuut van de dag optimaal besteedt. Dat moet ook wel, als je ziet wat hij allemaal doet. Hij is de dirigent en leider van zijn eigen Amsterdam Baroque Orchestra & Choir, gastdirigent van toporkesten overal ter wereld, speelt als solist orgel en klavecimbel, geeft colleges en verzorgt lezingen in binnen- en buitenland. Daarnaast is hij fervent verzamelaar van antieke spullen en boeken. Zijn indrukwekkende bibliotheek van 10.000 antieke muziekboeken en 35.000 banden van na 1800 stelt hij ook beschikbaar aan onderzoekers en studenten.
Voor dit interview met De Pyramide maakt Ton Koopman speciaal even tijd vrij op een ochtend, ik bel naar een hotel in Berlijn. Die avond zal hij een lezing geven over Bachs Hohe Messe, waarna hij die als dirigent uitvoert met de Berliner Philharmoniker en het RIAS Kammerchor in een uitverkochte Philharmonie in Berlijn. Het is de feestelijke plechtigheid waarbij de voorzitter van de Duitse UNESCO-commissie de officiële oorkonde, waarmee Bachs Hohe Messe eind 2015 is opgenomen in het Werelderfgoedregister, overhandigt aan de Algemeen Directeur van de Staatsbibliotheek in Berlijn.
Ons gesprek gaat over zijn ervaringen met het werken met kinderen in de klassieke muziek. Hij benoemt onmiddellijk het grote voordeel daarvan. “Het is fijn om met kinderen te werken. Ze hebben energie, ze kunnen lang staan zonder moe te worden. Het is ook leuk om met ze te werken, je kunt kinderen alles leren als je het maar op de juiste manier doet.” Maar hoe werkt dat dan? Klassieke muziek is toch niet per se de lievelingsmuziek van kinderen, kost het dan geen moeite om ze daarvoor te enthousiasmeren? “Voor kinderen geldt, muziek is muziek. Je hoeft geen onderscheid te maken tussen pop en klassiek. Ik vind het belangrijk dat kinderen muziek maken. En ik vind het heel belangrijk dat je kinderen in aanraking brengt met muziek van het hoogste niveau. Want dat niveau maakt uit. Ik spreek ze altijd als volwassenen aan, en dan vraag ik ‘kunnen jullie dat?’, en dan is het antwoord altijd ‘ja!’. Dat is heel inspirerend.”
Muziekleraar
In zijn carrière heeft Koopman zelf niet veel muziekles gegeven aan kinderen. Over zijn ervaring daarmee vertelt hij: “Ooit gaf ik een meisje van tien jaar klavecimbelles. Ik was niet zo’n beste leraar, want ik vond alles goed wat zij deed. Als ze dan had gestudeerd was ik daarover heel tevreden en als ze dan iets kon spelen, vond ik dat geweldig. Nu weet ik dat je kinderen ook mag uitdagen, dat ze het waarderen om uitgedaagd te worden. Je kunt het bijsturen, je mag streng zijn, zo lang het resultaat geweldig is, vinden ze het prima en kunnen kinderen dat aan.”
Toch is de situatie op school natuurlijk anders. Koopman dirigeert weliswaar kinderkoren, maar die zijn dan al door hun eigen dirigent voorbereid op het concert. Bovendien zijn dat buitenschoolse activiteiten: deze kinderen hebben zelf gekozen voor zingen in een koor. Althans, afgezien van een aantal kinderen dat mogelijk door hun ouders wordt gestuurd. Ik leg hem dat voor en vertel dat muziekdocenten in hun lessen op de basisschool graag aansluiten op de beleving van kinderen en daarom vaak popmuziek gebruiken in hun lessen, en vraag wat hij daarvan vindt.
“Dat klopt, dat begon al in mijn tijd. Dan kregen we op school iets over Little Richie of zo iets. Dat vind ik niet nodig. Breng kinderen juist in contact met iets dat ze niet kennen. Ik geloof ook niet zo in cross-overs, of het aanpassen aan de muzieksmaak van nu. Ooit werden elektrische gitaren gebruikt in de katholieke kerk, om jongeren te trekken. Dat levert hooguit een tijdelijke bloei op, dan is het een maand druk in de kerk, maar daarna is het alweer voorbij. En dat is ook te begrijpen want mensen die van de klassieke muziek houden, vinden die gitaren niet leuk, en mensen die juist van die elektrische gitaarmuziek houden, vinden die gitaren in de kerk ook niet leuk. Ik zeg altijd ‘ga voor kwaliteit’. Maak kinderen enthousiast, dat is een belangrijke taak in je muziekles. Dat enthousiasme kun je kweken.”
Zelf laten kiezen
“Hoe ik mijn eigen kinderen dat heb bijgebracht weet ik niet meer precies. Bij ons thuis was altijd muziek. Mijn vrouw en ik spelen klavecimbel. Als we aan het oefenen waren, deden we één deur dicht, zodat er tenminste één stuk te horen was in de huiskamer. Onze drie dochters hebben alle drie iets gedaan met muziek maar zijn hun eigen weg gegaan. De oudste speelde dwarsfluit, maar in de pubertijd verdween die fluit weer. De middelste leerde piano, wilde dat ook niet in de pubertijd, maar is er naderhand wel weer mee doorgegaan, zij is heel handig met de piano. Ze is bewust geen musicus geworden want zij vond het niet fijn dat mijn vrouw en ik door de muziek vaak van huis waren. De jongste heeft eerst pedagogiek gestudeerd. ‘Leer eerst maar een echt vak’, zeiden mijn vrouw en ik. En als ze dat met goed gevolg had gedaan, mocht ze een tweede studie. Dat heeft ze gedaan, ze heeft de Amsterdamse theaterschool De Trap doorlopen. Nu maakt ze kindertheaterstukken. Zelf kan ze goed zingen, jazzmuziek.”
“In de tijd van Bach werden kinderen gedwongen om aan muziek te doen. Maar je moet kinderen zelf laten beslissen. Mijn vader was drummer in een jazzband. Van zijn zeven kinderen ben ik de enige die wat met muziek is gaan doen.”
Maar als je het helemaal aan kinderen zelf overlaat, zullen er kinderen zijn die er misschien nooit mee in aanraking komen. Wat denkt Ton Koopman, kunnen kinderen ook zonder klassieke muziek opgroeien?
“Ik zie dat het gebeurt, dat is jammer. Alle kinderen moeten de kans krijgen om in aanraking te komen met klassieke muziek. Ze moeten leren dat het ook hún muziek is. Je kunt het op een toegankelijke manier aan ze presenteren. Bijvoorbeeld met Mozart, die een symfonie schreef toen hij zelf tien jaar oud was. Over zijn kinderjaren hebben we een boekje geschreven in samenwerking met het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir [‘Mijn broertje is een Wonderkind’ – red.]. Ook het boekje ‘Ik heb een muziekje in mijn hoofd’ is heel geschikt, met kleurplaten. Het is eigenlijk bedoeld voor opa’s en oma’s die dan de muziek opzetten en het kind betrekken bij de muziek door het boekje te gebruiken, daar zitten kleurplaten in, ze kunnen dan iets doen terwijl ze luisteren.”
Ook met speciaal voor kinderen bedoelde voorstellingen probeert Ton Koopman ze te verleiden naar klassieke muziek te luisteren, en ermee bezig te zijn. “Dit jaar doen we de Matthäus Passion als muziektheatervoorstelling voor kinderen, [‘Hemel en Aarde’, zie kader hiernaast - red.]. De voorstelling is gemaakt door mijn dochter Marieke, die het verhaal vertelt van de dochter van Pilatus, die Jezus Christus als held ziet. We weten niet of die een dochter had, maar we spelen dat. Kinderen hebben een rol, zingen mee. Ik vind het belangrijk om kinderen vroeg in contact te brengen met dit soort muziek.”
“Je moet vooral niet zeggen dat het moeilijk is. Als docent moet je nooit denken ‘dat kunnen ze toch niet’, want kinderen kunnen het wel. Ik hoor mensen zo vaak zeggen tegen kinderen ‘dat is heel moeilijk hoor’. Nee, je moet zeggen ‘moet je eens luisteren wat een mooie melodie, dat is heerlijk om te zingen’. Voor docenten op school of voor dirigenten van een kinderkoor is het
belangrijk dat zij heel veel plezier uitstralen, daar zijn kinderen gevoelig voor. Dat geldt net zo zeer voor muziek als voor bijvoorbeeld wiskunde. Als de wiskundeleraar duidelijk laat merken hoe mooi en interessant hij zijn eigen vak zelf vindt, dan krijgt hij de kinderen mee. Durf te lachen voor de klas.”
Ton Koopman
Ton Koopman studeerde orgel, klavecimbel en
muziekwetenschap in Amsterdam. Vanwege zijn
opmerkelijke speelvaardigheid op orgel en klavecimbel
ontving hij tweemaal de Prix d’Excellence. I n
1979 richtte hij het Amsterdam Baroque Orchestra op,
waaraan in 1992 het Amsterdam Baroque Choir werd
toegevoegd. In 2003 werd Koopman benoemd tot
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, en in
2006 ontving hij de prestigieuze Bachmedaille van de
stad Leipzig. Zeer recent, november 2017, kreeg hij de
Edison Klassiek Oeuvreprijs 2017 uitgereikt. Hij is een
zelfverklaard voorstander van de authentieke uitvoeringspraktijk
van muziekstukken, waarbij bijvoorbeeld
gebruik wordt gemaakt van originele instrumenten uit
de tijd van de componist. Koopman is een veelgevraagde
gastdirigent en heeft samengewerkt met
vooraanstaande orkesten in Europa, de Verenigde
Staten en Japan. Hij is docent klavecimbel aan het
Koninklijk Conservatorium in Den Haag, professor in
musicologie aan de Universiteit van Leiden en erelid
van de Royal Academy of Music in Londen.
Kinderconcert ‘Hemel en aarde’:
Matthäus Passion (6+)Deze Matthäus duurt ongeveer een uur en is speciaal
gemaakt voor kinderen vanaf zes jaar. Het verhaal
gaat over de kruisiging van Jezus Christus, verteld
vanuit het perspectief van de achtjarige dochter van
stadhouder Pontius Pilatus, Noleta. Zij heeft een grote
held: Jezus Christus. Als haar vader het volk laat beslissen
dat Jezus moet worden gekruisigd, wil ze wraak
nemen. Maar dan beseft ze dat Jezus juist altijd sprak
over vergeving en besluit ze zijn voorbeeld te volgen.
In dit meeslepende verhaal versterken muziek en plot
elkaar voortdurend. Zo zal op het moment dat Jezus
schuldig is bevonden, de woede en het grote verdriet
van Noleta nog meer kracht krijgen door de aria
‘Erbarme dich’.
In deze uitvoering van de Matthäus Passion staan
vader en dochter Ton en Marieke Koopman samen op
het podium. Pedagogisch wetenschapper en theatermaakster
Marieke Koopman schreef het theaterstuk en
vertolkt de rol van Noleta. Ton Koopman selecteerde
de muziek en voert het uit met zijn Amsterdam Baroque
Orchestra & Choir en het Utrechts Kinderkoor. Hij
koos voor een kleinere bezetting van enkel koor, enkel
orkest en vier solisten. Dat geeft de kinderen een kans
om te ontdekken uit welke instrumenten en stemmen
orkest en koor bestaan.
Meer informatie: www.amsterdambaroque.com
Andere kinderuitvoeringen van Matthäus of Johannes Passion
Matteüs-Junior
Muziektheater De Plaats, het Toonkunstkoor Arnhem
en het Bachkoor Apeldoorn brengen samen een
muziek-theatervoorstelling van de Mattheüs-Passion.
Dat deden zij voor het eerst in 2017 en daar willen ze
nu een jaarlijkse traditie van maken. De voorstelling
gaat over een vader die zijn zoon aan de hand van de
muziek van Bach het Paasverhaal vertelt, met thema’s
zoals: vriendschap, offer, (mede)lijden, dood, en verrijzenis.
Er is een educatief programma voor kinderen van het
primair onderwijs aan verbonden, met onder andere
rollenspellen en tekenen, en daarnaast bezoekjes aan
koorrepetitie, theatervoorstelling en orkestrepetitie.
Voor iedereen vanaf 9 jaar.
Duur voorstelling: 70 minuten
Speeldata, locaties en kaarten zie: www.theaterdeplaats.nl.
Meer informatie: matteusvoorkinderen@gmail.comJohannes Junior
Na een succesvolle première in 2016 voert Het
Kempisch Kamerkoor op 29 maart voor de derde keer
de Johannes Junior uit. Het Passieverhaal volgens
Johannes is herschreven naar kinderbeleving. Een professioneel
verteller vertelt het verhaal dat bestaat uit
een eigentijdse blik op het Passie Verhaal, gezien door
de ogen van een kind. Het orkest speelt, en een solist,
Het Kempisch Kamerkoor en een speciaal gevormd
kinderkoor zingen delen uit Bachs Johannes Passie.
Meer info: www.kempischkamerkoor.nlConcert met 500 kinderen voor Bachs
333ste verjaardagJos van Veldhoven dirigeert na 35 jaar zijn laatste
Matthäus-Passion als artistiek leider bij de Nederlandse
Bachvereniging. Bij wijze van afscheid transformeert
hij de uitvoering op woensdag 21 maart 2018 tot
Nationale Matthäus-Passion. Voor dit concert nodigt
de Bachvereniging alle kinderkoren die dit seizoen
hun eigen uitvoering van de Matthäus-Passion zingen
uit om mee te doen. Zij kunnen alle twaalf koralen
meezingen in de grote zaal van TivoliVredenburg.
Let op: het volledige muziekstuk wordt uitgevoerd, en
duurt van 19.00 uur tot ongeveer 22.10.
Kaarten en info: www.tivolivredenburg.nlDe Mattheüs Passie
Door verteller Edwin RuttenVoor iedereen die de Mattheüs Passie kent of wil leren
kennen. Edwin Rutten vertelt de verkorte en begrijpelijke
versie van het lijdensverhaal, aan de hand van
originele muziekfragmenten die live worden gespeeld
door Camerata Amsterdam. Rutten legt uit welke de
rol profeten, Maria, en Judas spelen en vertelt en
passant iets over de muziek, de instrumenten, de
stemmen en de koren. Zo legt hij uit wat het verschil
is tussen een arioso en een aria, en wat een koraal
is. Voor kinderen vanaf 8 jaar.
Duur voorstelling: 75 minuten
Speeldata, locaties en meer informatie:
http://nootsprong.nl/events/edwin-rutten/