Stadsgeluid of boslawaai

Eekhoorn vindt het veel te lawaaiig in de stad en verhuist naar het bos. Genieten! Of niet… ? Want in het bos is óók geluid, het is bovendien pikdonker en er kriebelen muggen en spinnen aan zijn tenen.

Illustratrice Soetkine Aps gebruikt felle kleuren in een naïeve stijl met grote vlakken en tal van grappig verzonnen details zoals Eekhoorn die een padden-stoel tegen zijn oren houdt, de kabouter die daardoor uit zijn huis glijdt, en die zich later vastklampt aan Eekhoorns wapperende cape.

Het voorleesverhaal biedt bij uitstek mogelijkheden voor ouders/leerkrachten om heerlijk met hun kinderen samen te toeteren, blaffen, kwaken enzovoort. En wat is geluid, wat is lawaai? Ook het onderwerp muziek kan aan bod komen; soms is geluid muziek en soms lijkt muziek lawaai.

Filosofie, muziek en kunst

De muzikale verrassing van dit filosofische prentenboek zit hem in het audioboek, dat je met een qr-code en logincode kunt downloaden. Schrijver Gaea Schoeters van ‘N-Iets’ leest haar eigen poëtische tekst voor, onder begeleiding van het Goeyvaerts String Trio dat composities speelt van Annelies Van Parys.

De indringende klanken gecombineerd met het voordragen van de tekst door theatermaker Schoeters maken het dilemma ‘iets of niets’ van hoofdpersonen kat en hond heel sterk voelbaar. Schoeters laat bijvoorbeeld een echte en lange stilte vallen na het voorlezen van ‘Er valt een stilte’. Mooi voorbeeld van hoe het contrast muziek/geen muziek een verhaal kan versterken.

De illustraties van Gerda Dendooven doen dat in weinige kleuren ook. Met hoekige vormen, abstracte vlakken en lijnen volgen de prenten de gedachte-gang van kat en hond. Mooi dat de dieren soms een verbale reactie geven op een beeld, zoals wanneer kat bij ‘niets’ aan een zwarte wolk denkt, en hond dan zegt: ‘dat is niet niets, dat is iets!’

De prenten en tekst zijn duidelijk geïnspireerd op de kunst van Mark Rothko. Niet alleen filosofie en een poëtische tekst dus, ook een aanzet tot kunstbeschouwing.

Het boek lijkt niet geschikt voor heel jonge kinderen met zinnen als: ‘Waar iets is, kan alleen maar dat zijn. Waar niets is, kan nog alles komen. Daarom is niets van levensbelang’, legt de hond uit.

Maar wel heb je met ‘N-Iets’ een prachtig prentenboek op schoot, en het zal niet snel vervelen.

Magische Muziekinstrumenten

Meneer Musi Mago heeft een muziekwinkel en hij verkoopt bijzondere muziekinstrumenten. Sophie koopt een metronoom in de winkel die geen tempi aangeeft, maar jaartallen. Als ze de wijzer op 1765 zet, komt de echte Mozart haar helpen bij haar spreekbeurt (‘De Magische Metronoom’).

Met de gitaarsnaren die Linde koopt, worden de verzinsels die haar vader altijd vertelt werkelijkheid (‘Kijk uit wat je wenst!’). Als Derk en Lucas een keyboard uit de Magische Muziekwinkel bespelen, gebeuren er bizarre dingen waarvan iemand met slechte bedoelingen misbruik wil maken (‘De Klos’). En de opa van Dave vertelt over de ‘Ocarina van Tijd’, waarmee je alles kunt stilzetten, behalve jezelf. Wat heeft dat te maken met de vreemde dingen die bij Dave in de klas gebeuren … ?

De boeken zijn vooral geschikt om de interesse van kinderen te wekken voor muziek, of voor kinderen die zelf veel van muziek houden. Elk van de tot nu toe vier delen van de serie rond Meneer Musi Mago (het lijkt erop dat er nog meer komen) is in korte hoofdstukken ingedeeld, handig voor het voorlezen.

De illustraties van Wilma van den Bosch doen aan strips denken – oh, en kijk, Van den Bosch bleek lange tijd als striptekenaar verbonden aan de bladen Donald Duck, Katrien, Bobo en Tina.

Boomchirurg en wolkenmaker

Een goed boek bij het thema van de kinderboekenweek 2021: ‘Worden wat je wilt’, met 20 liedjes over kindertoekomstdromen.

Niet alleen de brandweerman, de voetballer, de superheldin, maar ook meer poëtische, zoals wolkenmaker, of romanticus. En wat denk je van een krokodillentrainer, boekentassencontroleur (onder de lezers ook ouders die zich aangesproken voelen … ?) en voor de jongste kinderen: lepelpiloot.

De teksten van de liedjes zijn vaak eenvoudig, met een grappige vondst zoals: ‘Ik rijd rond met de vuilniskar, dat is mijn eigen Jaguar’. Het rijm doet soms geforceerd aan: ‘Een grote pluim danst op zijn helm, als je in nood bent mag je hem bellen.’

Misschien zijn niet alle Vlaamse woorden voor Nederlandse kinderen bekend: notelaar, pompier, bretellen. Daarnaast zijn de teksten enigszins rolbevestigend, met een ridder, politie- en vuilnisman en tovenares.

De liedteksten zijn voorzien van een fantasievolle mix van kinderfoto’s en tekeningen, met het kind (en soms de Kapitein) in de hoofdrol.

Bij het boek hoort een cd met opnamen van de liedjes in allerlei stijlen: van Grieks mandoline-lied, swingende jazz, kindervolkslied en sea shanty, tot rock (Superheldin). Af en toe gebruikt Winokio bestaande muziek, zoals in ‘Operazangeres’, een Nederlandse tekst op het beroemde duet ‘Barcarolle’ uit ‘Hoffmanns vertellingen’ van Jacques Offenbach – zo te horen uitgevoerd door echte operazangeressen.

De uitvoeringen zijn expressief, en met geluidseffecten zoals gerinkel van vallend glaswerk en gegil van kinderen.

De liedjes uit ‘Wat wil jij later worden’ zijn vooral geschikt om naar te luisteren of mee te zingen. Van enkele ervan is gelukkig de bladmuziek opgenomen in het Partiturenboek van Kapitein Winokio, met akkoordsymbolen en gitaartabs, voor een leerkracht die de liedjes door de klas zelfstandig wil laten zingen.