Verslag van een conferentie en Orff cursus in Utah (USA)

Auteur: 
Saskia Beverloo
Verschenen in Pyramide: 

Verslag van een conferentie en Orff cursus in Utah (USA)

In 2003 / 2004 woonde ik in Logan, Utah, Verenigde Staten van Amerika. Naar aanleiding van mijn ervaringen met het Amerikaanse muziekonderwijs schreef ik een artikel voor de Pyramide in 2004 (58-4). Onlangs kreeg ik de vraag om een presentatie te verzorgen op de South West Conference van de Early Childhood Music and Movement Association (ECMMA). Deze conferentie was op 10 en 11 juni 2005 in Salt Lake City. Ook kreeg ik het aanbod om van 13 t /m 24 juni 2005 een cursus ‘Orff level 1’ te volgen aan Utah State University in ruil voor het geven van een workshop ‘early childhood music’.

DE ECMMA CONFERENTIE

ECMMA is een organisatie waarbij muziek- en bewegingsdocenten, die werken met jonge kinderen (0-8 jaar), zich aan kunnen sluiten. Hoewel ik zelf niet lid ben, bezoek ik wel geregeld hun website (www.ecmma.org) en het forum waar deelnemers tips, ideeën en vragen kunnen uitwisselen. Het programma voor de conferentie bestond uit drie parallelle sessies waaruit je kon kiezen.

Enkele interessante workshops nader belicht

De workschop ‘Singing and signing’

In de USA leren vrijwel alle kinderen de basisvocabulaire van gebarentaal (American Sign Language). Veel liedjes gaan gepaard met de officiële gebarentaal. Vaak kan je voor weinig geld basiscursussen gebarentaal volgen. Ikzelf heb in 2003 een cursus ‘sign with your baby’ gevolgd. De ‘Singing & Signing’ workshop werd gegeven door een moeder die, voordat ze kinderen kreeg, zangeres was. Ze vertelde over haar dove dochtertje dat op 1-jarige leeftijd goed kon communiceren door middel van gebarentaal. Haar familie maakt nu boeken, liedjes, video’s en ander educatiemateriaal om het gebruik van gebarentaal te stimuleren (www.signingtime.com). Ik heb het vermoeden dat gebarentaal voor niet gehandicapte mensen in Nederland een totaal onbekend terrein is. Wat mij betreft ligt hier een uitdaging voor Muziek Op Schoot docenten in samenwerking met doventolken.

Workshop muziek en beweging in relatie tot lees- en schrijfva ardigheid (literacy)

Er wordt heel veel gedaan met de combinatie muziek en prentenboeken. Wat ik verder interessant vond was het werken met ‘paadjes’ (pathways). Bijvoorbeeld: kinderen lopen op een bepaalde manier door de ruimte en dit wordt dan getekend op een bord. Of andersom: een pad wordt op het bord getekend en de kinderen moeten dit lopen of springen, huppelen etc.

Workshops met demonstraties

Er komen ouders met jonge kinderen om een les te volgen. Ik heb zelf een demonstratiegroep les gegeven. Dat ging erg leuk. Bij een kikkerliedje zei ik “kwaak kwaak”. Een drie jarig jongetje verbeterde me: “Actually frogs say: croack”. Deze aanpak werd gewaardeerd. De Nederlandse Muziek Op Schoot werkwijze heeft aanzien in de USA.

Kwaliteit van de presentaties

De kwaliteit van de presentaties varieerde van zeer slecht tot indrukwekkend. Een zeer slechte presentatie was de slotsessie: een drum workshop. Alle honderd deelnemers mochten er op los timmeren op de meest prachtige instrumenten. Het was een oorverdovend lawaai, er zat geen enkele muzikaliteit in en ik ben de zaal uitgegaan om m’n gehoor niet langer te belasten. Wat een gemiste kans!

Vervolgconferentie

In augustus 2006 is er een internationale ECMMA conferentie in San Diego, California. Hoewel de deadline voor het inzenden van voorstellen voor het geven van een presentatie (zgn. proposals) al geweest is, heeft de voorzitter van deze conferentie mij gezegd dat voorstellen vanuit Nederland nog ingestuurd mogen worden. Via de ECMMA-website kunnen hiervoor formulieren worden gedownload.

DE ORFCURSUS

De door mij gevolgde Orff cursus is bedoeld voor muziekdocenten en groepsleerkrachten in het basisonderwijs en de voorschoolse periode. Het curriculum, dat is samengesteld door de American Orff Schulwerk Association (AOSA), is vast omlijnd en gebaseerd op het door Carl Orff en Gunild Keetman ontwikkelde programma voor muziekeducatie.

Het is een fulltime cursus van twee weken en daarbij nog behoorlijk wat huiswerk. Dagelijks kwamen de volgende onderdelen aan bod: Basic Orff, blokfluit, beweging, Orff techniek & ensemble en volksdansen. Daarnaast waren er geregeld gastcolleges o.a. over de kinderstem, early childhood music (gegeven door mijzelf), muzieklessen rondom prentenboeken, en hoe Orff muziekeducatie in te passen in het basisschoolprogramma. Het cursusprogramma is door Margaret Murray vertaald voor de Engelse gebruikers. Ik had van tevoren wat twijfels over de cursus: ‘zou het niet hopeloos ouderwets zijn?’ Niks daarvan! Elke werkvorm die ik voorgeschoteld kreeg, vond ik waardevol. En ik kan er veel van gebruiken in de lessen die ik geef aan kinderen van 4 t /m 8 jaar.

WAT IS ORFF?

Uitgangspunten

Orff Schulwerk is een methode voor muziek- en bewegingsonderwijs. Carl Orff en Gunild Keetman hebben deze methode in de jaren ’30 - ‘40 van de vorige eeuw in Duitsland ontwikkeld en hun uitgangspunten vormen nog altijd de kern van de Orff educatie.

  • Een benadering waarin plaats is voor actief en creatief muziek maken door alle kinderen, ongeacht hun muzikale talenten. De methode maakt gebruik van zingen, bespelen van (ritme)instrumenten, spreekteksten en beweging;
  • Via de muzikale activiteiten is er een vanzelfsprekende mogelijkheid tot actief bezig zijn én worden denkprocessen gestimuleerd;
  • De activiteiten zijn zodanig dat er voor alle kinderen uitdaging in zit, van een simpele handklap in de maat, tot gecompliceerde begeleidingen op bijvoorbeeld een xylofoon;
  • Door oefeningen met ritmespel en begeleidingen van spreekteksten en liedjes, worden de kinderen gestimuleerd te luisteren naar het klankspel dat ze zelf kunnen maken. Het ontwikkelt hun gevoel voor muzikale schoonheid.

Het leerproces Het Orff leerproces bestaat uit vier stadia:

  • imiteren en uitvoeren;
  • ontdekken en uitbreiden;
  • improviseren;
  • visualiseren.

Orff in de praktijk in de USA en in Nederland

Er zijn in Amerika diverse Orff Schulwerk boeken met lesideeën maar het is geen methode die van week tot week aangeeft wat er geleerd moet worden. De docenten worden aangemoedigd samen met de leerlingen te improviseren rondom traditionele liedjes en bestaande muziek. Door de nadruk op improvisatie blijkt al gauw dat docenten en leerlingen tot prachtige eigen creaties kunnen komen. In Nederland is op veel scholen Orff instrumentarium te vinden; handtrommen, bellenkransen, ritmestokjes, klokkenspellen, klankstaven en xylofoons. Vaak wordt alleen in de onderbouw gebruik gemaakt van de niet-melodische ritme-instrumenten. Het gebeurt maar al te vaak dat de rest ongebruikt in kasten staat. Veel van wat er in Orff gebruikt wordt, komt ook aan bod in andere muziekmethodes: bewegingsexpressie op muziek, (canon) zingen, spreekteksten, klappen, stampen en vingerknippen en kinderdans. De combinatie van al deze activiteiten, waardoor een lied of spreektekst een compositie wordt, lijkt mij typisch Orff.

Orff techniek & ensemble in de cursus

In de activiteiten die in de cursus aangeboden werden, kwamen steeds al de hier bovengenoemde stadia aan bod. Aan het begin van de cursus begonnen we met eenvoudige spreekteksten, hier werd dan één vorm van bodypercussie aan toegevoegd. Al gauw werd dit uitgebreid naar meerdere vormen van bodypercussie. Het lichaam is een veel gebruikt instrument binnen Orff. Bodypercussie omvat geluiden die je met je lichaam kunt maken: klappen, vingerknippen, dijenkletsen en stampen zijn de meest gebruikte vormen. Maar ook tongklakken en tikken op andere lichaamsdelen komen voor. Daarna kwam de vraag of we in plaats van de bodypercussie ook ritme-instrumenten zouden kunnen gebruiken. En dan: kunnen we bewegingen verzinnen bij deze spreektekst? Zo ja, welke? De docenten stelden steeds kritische vragen: “Waarom kies je voor dit instrument? Moet deze plek in de tekst een zwaar of licht accent krijgen? Zou je op de plek van de rusten in de muziek een verrassend effect kunnen toevoegen? Zijn jullie tevreden over deze compositie? Zo ja, waarom, zo nee, wat kunnen we er aan veranderen?”

Deze benadering leidde ertoe dat de studenten zelf ontdekkingen deden over de muzikaliteit van hun ideeën. Tot slot altijd de vraag; hoe kunnen we deze compositie noteren? Als huiswerk kregen we geregeld de opdracht om bij een lied of spreektekst begeleidingen te maken. Dit moest altijd keurig, volgens de regels van muzieknotatie, opgeschreven worden. Hierboven een voorbeeld van zo’n huiswerkopdracht. We hebben veel met spreekteksten gewerkt. Met bestaande spreekteksten, maar ook met zelfverzonnen teksten. De creativiteit die we als studenten dagelijks in de praktijk brachten was heel inspirerend. Ritmisch spreken was zo belangrijk in de cursus dat ik op een dag, lopend door de supermarkt, de productinformatie ritmisch opzei: “Granola, fat free and light”, “Orange juice with calcium, no sugar added!”

Naarmate de cursus vorderde maakten we onze composities gecompliceerder: meerdere vormen van bodypercussie en het uitbeelden van de liedjes en spreekteksten. Behalve ritme-instrumenten, werden ook steeds meer klokkenspellen, xylofoons en andere instrumenten met toonhoogte toegevoegd. In de loop van de cursus leerden we steeds beter blokfluit spelen en ook de blokfluit werd geregeld gebruikt in onze composities. Dit vind ik een sterk punt voor gebruik in de klas; er zijn natuurlijk altijd kinderen die een instrument bespelen. Wat stimulerend zou het zijn om die kinderen te vragen een ostinato te spelen, een simpele begeleiding of een tussenspel.

Blokfluitles

Dagelijks hadden we één uur blokfluitles. Het merendeel van de studenten kon geen blokfluit spelen. De studenten die dat nog niet konden hebben dagelijks behoorlijk hard moeten studeren. Terwijl we zelf leerden spelen, leerden we meteen de pedagogische vaardigheden. Dezelfde fouten die mijn leerlingen maakten, maakten ook de studenten uit de cursus: rechterhand boven, hard en ongenuanceerd blazen en de vingers heel ver optillen. Ook hier weer het proces van zelf ontdekken: “Klinkt dit mooi zo? Wat kan je doen om het zuiverder te laten klinken?” We speelden veel op gehoor: vraag-en antwoordspelletjes, eerst alleen ritme op een bepaalde toon en dan uitbreiding naar meerdere tonen enzovoort. We leerden liedjes spelen, verdeeld in vier groepen speelde elke groep een regel. Nadat iedere groep elke regel een keer gespeeld had, konden we het hele lied met elkaar spelen, en daarna natuurlijk in canon. En vervolgens werden nog wat ritme-instrumenten toegevoegd. Alle middelen werden ingezet om tot een mooie compositie te komen. En dat lukte zelfs met blokfluitliedjes van maar twee tonen! Pas later in de cursus gingen we meer van blad spelen. Voor mij was het op gehoor spelen een hele uitdaging; ik heb dat in mijn muziekcarrière nooit hoeven doen en zit daardoor altijd vast aan bladmuziek. Wat een ontdekking om vraag- en antwoordspelletjes te doen!

Beweging

Dit onderdeel was voor mij welbekend terrein; in de opleiding ‘muziek & beweging’ kwam het uitgebreid aan bod. We begonnen simpel: bewegingen op de plaats. Maar wel op drie niveaus: laag, midden, hoog. En verschillend in kracht en duur. Vervolgens de bewegingen door de ruimte: zigzag paadjes, rechte lijnen, bochten, in 2 /4, 3 /4, 6 / 8 maat en de laatste week zelfs 7/ 8. Onze docent verzekerde ons dat kinderen dat makkelijker oppakken dan wij. In onze bewegingslessen kwam ook veel bodypercussie en bewegingsexpressie aan bod. Geregeld hebben we aan de hand van een prentenboek een heel bewegingsverhaal gemaakt. Met instrumenten en liedjes erbij. Altijd wordt er gestreefd naar een mooi eindresultaat dat alle muzikale onderdelen combineert.

Volksdansen

We eindigden de dag altijd met een uur volksdansen. Dansen van over de hele wereld; mayim, troika, kamelendans en vele andere. In de eerste week oefenden we allerlei volksdansen. We leerden dat met slechts 14 begrippen elke dans beschreven kan worden; vooruit, achteruit, naar binnen, naar buiten, sluit, samen (gewicht op beide voeten), kruis voorlangs, kruis achterlangs, zijwaarts, draai, touch (raak aan), brush (een veegbeweging), hiel, teen, tik. We oefenden de bewegingen altijd eerst droog en werden aangemoedigd om de stappen hardop uit te spreken: “naar voren 2, 3, 4, 5, 6, 7, draai. Naar voren 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8.”

Dus zeven stappen naar voren (in een kring met de klok mee of tegen de klok in) dan draaien op de 8e tel en acht stappen teruglopen. Na die eerste week kregen we geregeld een kaart waarop een dans stond uitgelegd in die begrippen. In groepjes moesten we dan uitzoeken hoe de dans zou gaan. Ook kregen we zo nu en dan een muziekstuk te horen waarop we zelf een dans moesten verzinnen. Een ander groepje moest dan de dans uitvoeren. Ik heb hier geleerd hoe ik zelf eenvoudige dansen kan maken. Ik heb hierdoor ervaren dat het mogelijk moet zijn om met kinderen vanaf een jaar of 7 zelf dansen te maken.

De eindopdracht Na twee weken van intensief en plezierig samenwerken en leren komt de eindproef: in paren moeten we een activiteit van 20 minuten voorbereiden en die vervolgens uitvoeren met onze medestudenten. Volgens de Orff methode maar verder helemaal vrij in de keuze van liedje en leeftijdsgroep. Een tiental leuke, zeer verschillende en inspirerende activiteiten is het eindresultaat. En allemaal gaan we naar huis met een ‘Orff level 1 certificate’. Ik kan haast niet wachten om met mijn muziekgroepen aan de slag te gaan. Na level 1, zijn er ook nog level 2 en 3. 

En in Nederland?

Zoals uit het bovenstaande mag blijken heb ik absoluut geen spijt van het volgen van deze cursus. De toegankelijkheid van de cursus is groot. Het enige dat je moet kunnen om aan deze cursus deel te nemen is het notenschrift beheersen. Hoewel er een grote nadruk is op improvisatie, wordt uiteindelijk elke compositie genoteerd. De cursus vraagt een grote inzet; 2 x 38 uur lessen en daarbij nog huiswerk en oefenen. Ik had mijn huiswerk meestal wel in 30 minuten af, maar velen hebben uren zitten zwoegen en oefenen op hun blokfluit. Op de website www.aosa.org vind je informatie over de American Orff Schulwerk Association en over de plaatsen waar cursussen aangeboden worden. Er is jaarlijkse in november een groots opgezette conferentie die zeer de moeite waard schijnt te zijn. 

Naschrift: dit is de tekst van het artikel; het beeld is niet overgenomen. Je kunt het oorspronkelijke artikel bekijken via onderstaande knop.

Bekijk het oorspronkelijke artikel in De Pyramide 59 / 05

Saskia Beverloo leidt een muziekcentrum in Ede, Wageningen e.o. Zij geeft muzieklessen aan kinderen van 0 t /m 8 jaar. www.harlekijntje.nl

Lees ook

Praktijk
2023-3 Muziekinstrumenten voor de basisschool Foto Ad van den Bogaard

Elke muziekdocent heeft favoriete instrumenten waarmee hij of zij werkt. Maar wat is het standaard muziekinstrumentarium voor een lange leerlijn muziekonderwijs op de basisschool, als dat al bestaat?

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.