Annie Langelaar
Ik herinner me Annie als: musicus, opvoeder, gedreven, uitnodigend, aanmoedigend, perfectionist, vrijwilliger, single, kunstenaar, initiator, planner, bewaarder van ‘van alles en nog wat’ maar altijd stijlvol: een dame. Annie’s erfenis bestaat uit veel meer dan het liedje 'Tsjoeke, tsjoeke, tsjoek' of 'Handen in de zij'.
Liedjes van Annie: nog steeds van deze tijd
Een verticale groep met 14 kinderen en twee pedagogisch medewerkers zitten op de grond in een kring. De pedagogisch medewerker pakt een tekening waarop we een peuter zien met de handen in de zij. De kinderen weten meteen welk liedje hierbij hoort. De allerkleinsten kijken en de jongste peuters laten zien dat ze al precies weten wat er gaat komen. Voor de allerjongsten is het nog niet gemakkelijk zoveel verschillende bewegingen na elkaar in het juiste tempo uit te voeren, maar ze zijn geconcentreerd en proberen mee te doen. De oudste peuters beheersen de bewegingen en zingen het liedje al voor het grootste gedeelte mee:
“Handen in de zij, ik ben zo blij
Handen op je rug en nu weer terug
Handen op je knie van tiereliere lie
Handen op je buik en nu is ’t uit.”Wanneer we wat later tijdens vrij spel de kinderen observeren horen we flarden van het liedje terugkomen gecombineerd met vele andere fragmenten van liedjes of zelf geïmproviseerde wijsjes. Wat zou Annie hiervan genoten hebben!
Wie was Annie Langelaar?
Voor Muziek op Schootdocenten een bekende naam. Voor veel (oud)kleuterleidsters ook. De huidige generatie leerkrachten en musici is deze naam wellicht een keer tegengekomen in een van de liedjesboekjes voor de allerkleinsten. Annie werd geboren op zondag 8 juni 1913. Solfège-, piano- en zangles hoorde bij haar opvoeding. Blokfluit en viool spelen leerde ze zichzelf aan. Na de lagere school ging ze naar het lyceum voor meisjes.
Na de middelbare school wilde ze graag naar het conservatorium maar haar ouders vonden dat ‘de communicatie met muziekstudenten niet goed was voor de moraal van een welopgevoede jongedame.’ Ze koos toen voor een kostschool in Lausanne (Zwitserland) waar ze wel piano-, viool- en zanglessen kon volgen. Bij terugkeer in Nederland wilde ze nog steeds niets anders dan muzieklessen geven op scholen. Uiteindelijk kreeg ze toestemming van haar ouders om zich in te schrijven voor de opleiding solozang. Niet helemaal wat ze wilde, maar de opleiding schoolmuziek bestond in die tijd nog niet.
Annie volgde vanaf 1932 allerlei cursussen, onder andere de eerste cursussen die Willem Gehrels in Rotterdam gaf. In 1934 behaalde ze het diploma koorzang en in 1937 startte ze, op advies van Sem Dresden, met de nieuwe opleiding koordirectie aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. In 1940 behaalde ze het diploma solozang en een jaar later, in 1941, rondde ze in Nederland de opleiding koordirectie af.
Ook in het buitenland nam ze les en ze volgde cursussen van Dalcrose, Orff, Paul Nitsche en Wilhelm Ehrmann. In 1943 behaalde ze het getuigschrift Gehrels, in 1951 het getuigschrift kleuterritmiek en in 1960 het diploma Schoolmuziek!
Annie, al vroeg een gewaardeerd pedagoge
De aanbevelingsbrief van haar solfègedocent aan het conservatorium, geschreven toen Annie in september 1936 solliciteerde naar de betrekking van docente aan de kweekschool, sprak duidelijke taal:
“Ze spreekt vloeiend Frans, Duits en Engels. Hoewel ze nog jong is, beschikt zij over meer dan gewone pedagogische gaven…. Ik aarzel niet om te verklaren dat zij door talent, kennis, ambitie en aanpassingsvermogen, een zeer gewaardeerde kracht zal blijken te zijn.”
Ze wordt aangenomen op de Dordtse kweekschool voor onderwijzers en kleuterleidsters. In 1947, bij de oprichting van het Gehrelsinstituut, werd Annie fulltime consulente. Van 1948 tot 1973 was ze werkzaam als docente schoolmuziek aan het conservatorium Rotterdam aan wat nu de afdeling Docent Muziek is en in de vorige eeuw de opleiding Schoolmuziek. In 1960 moest ze zelf het examen schoolmuziek afleggen om haar baan te mogen behouden!
Verder was ze van 1959 tot 1973 docente A.M.V. (Algemene Muzikale Vorming). Ze had een groot aandeel in de oprichting van de Rotterdamse Volksmuziekschool en ze bekleedde verschillende bestuursfuncties, onder andere bij de Gehrels Vereniging en de Vereniging Leraren Schoolmuziek.
Ter verrijking van haar toch al grote kennis schreef ze zich in voor binnen- en buitenlandse congressen. Zo bezocht ze vanaf 1976 de tweejaarlijkse wereldcongressen van ISME (International Society for Music Education) en vanaf de oprichting van de Early Childhood Music Education commissie was ze op alle ECME congressen aanwezig van 1982 tot en met 1998. Haar inbreng in de discussies, vooral betreffende het werken met muziek in ouder-kind groepen en in de kinderdagverblijven, werd internationaal zeer gewaardeerd.
Haar vakkennis vinden we ook terug in tal van publicaties van haar hand. In 1951 publiceerde ze haar eerste liedbundel 'Vijftig kleuterliedjes'. Naast verschillende brochures en artikelen kennen de meeste kleuterleidsters in Nederland haar boek 'Muzikale Vorming in de kleuterschool' (eerste druk 1967).
Annie en de jongste muzikantjes
Annie Langelaar bracht al vanaf 1947 het belang van muziek voor het jonge kind (de kleuters) onder de aandacht. In 1951, tijdens een verblijf in Frankrijk, speelde ze ‘op gevoel’ muzikale spelletjes met de gehandicapte zoon van haar Franse vriendin. Het plezier en de vooruitgang, die ze toen bij hem zag, maakte haar bewust van het belang van observatie en vroege stimulatie.
Als muziekdocente aan de opleiding voor kleuterleidsters en docente op verschillende conservatoria wist ze het belang van muziekonderwijs aan het jonge kind onder de aandacht te brengen. Ze was ervan overtuigd dat studenten observatievaardigheden konden ontwikkelden en, haar tijd ver vooruit, gaf ze dan ook regelmatig observatieopdrachten.
Observeren was één van haar manieren om kennis te vergaren. Vanaf 1971 ging Annie wekelijks, als vrijwilliger, naar een peuterspeelzaal in Dordrecht om met de peuters muziek te maken. In de periode van 1977 tot 1979 legde ze haar kennis en ervaringen vast in het boek 'Peuter en Muziek'. Een, zoals ze zelf in haar boek schreef, ‘uitvoerig beschreven naslagwerk’. 'Peuter en Muziek' werd een handboek dat musici en pedagogen zelfs nu nog lezen en gebruiken als ze zich willen bekwamen in muziekonderwijs aan het jonge kind.
Daarnaast was Annie Langelaar oprichtster van de Stichting Peuters en Muziek op 5 oktober 1981. Eveneens was Annie een van de initiatiefneemsters voor bijeenkomsten van ‘de werkgemeenschap peuters en muziek’. Ieder die belangstelling had voor muziek met het jonge kind was welkom om ervaringen uit te wisselen.
Dat waren ook de bijeenkomsten waar ik in 1986, als vakleerkracht muziek en moeder van 3 zonen in de leeftijd van 1 tot 6 jaar, Annie voor het eerst ontmoette. Tijdens een van deze bijeenkomsten drong Annie aan op het starten van proefcursussen 'Muziek met jonge kinderen'. Dit mondde in 1988 uit in muziekcursussen voor jonge ouders en hun baby in Enschede en muzieklessen voor dreumesen en peuters en hun ouders in Zevenhuizen.
Al in 1989 blijkt dat het werken met muziek en jonge kinderen in groepsverband kennis en vaardigheden vereisen die niet in de reguliere (muziek)opleidingen aan bod komen. Annie was dan ook één van de initiatiefneemsters om een docentenopleiding voor muziekeducatie met 0-4 jarigen, de huidige docentenopleiding Muziek op Schoot, te ontwikkelen.
Voor al haar verdiensten werd ze in 1964 benoemd tot erelid van de Vlaamse vereniging Leraren Muzikale Opvoeding en in 1984 erelid van de Gehrels Vereniging. Op 28 april 1989 kreeg ze de ridderorde van Oranje Nassau uitgereikt in de burgerzaal van het stadhuis in Rotterdam. Ze schrijft, in haar correspondentie met Caroline van Niekerk, dat ze hier volkomen door verrast was en dat het haar een week kostte voor ze er emotioneel een beetje van bekomen was.
Tijdens het ECME-seminar in 2000 werd een certificaat uitgereikt waarin internationale waardering uitgesproken werd voor haar bijdrage aan de verspreiding van kennis over muziekonderwijs in de voorschoolse periode. Niet alleen in Nederland maar ook internationaal heeft ze belangrijke bijdrage geleverd aan een ontwikkeling waardoor de muzikale opvoeding van jonge kinderen de aandacht en de plaats begint te krijgen die het verdient.
Annie Langelaar 1913 - 2001
Ze heeft onze blik verruimd, de horizon verlegd en een stuk toekomst mogelijk gemaakt. Laten we in 2013, het Jaar van Muziek met het Jonge Kind, haar droom verwezenlijken en ervoor zorgen dat zingen, beweging en samen muziek maken vanzelfsprekend wordt in het leven van jonge kinderen.
Wanneer we het boek Peuter en Muziek openen, komen we de volgende versregels als eerste tegen. Mijn artikel wil ik hiermee besluiten:
"Het gaat er niet om de toekomst te voorspellen maar om haar mogelijk te maken." (Antoine de Saint-Euxpéry, 1900-1944)