Na enkele gezamenlijke webinars over muziekeducatie besloten Gehrels Muziekeducatie en Musica Impulscentrum nog andere vormen van samenwerking aan te boren. Musica zal in een aantal artikelen de eigen visie op muzikaliteit toelichten. Artistiek coördinator Hans van Regenmortel licht deze toe aan de hand van een reeks generieke werkvormen.
Dit artikel vormt de aftrap: Hans stelt bondig Musica’s kernideeën over muzikaliteit aan je voor. In de volgende afleveringen vertaalt hij de theorie naar de praktijk.
‘Kers op de taart’ of ‘vijfde wiel aan de wagen’: muziek op school lijkt allesbehalve vanzelfsprekend. In het eerste geval een leuk extraatje, in het tweede een kleine overbodigheid. Met de andere kunsten is het niet noodzakelijk veel beter gesteld. Toch lijkt vooral het muzikale altijd weer een extra uitdaging. Leg de vraag maar eens voor aan een groep leerkrachten van het basisonderwijs in Nederland of België: “Wie vindt zichzelf muzikaal?” Vaak schieten slechts enkele handen in de lucht, met even later nog een schuchtere volger. En dat in een maatschappij waar muziek alomtegenwoordig is en haast niemand onberoerd laat.
Hoog tijd voor meer toegankelijke en hanteerbare ideeën over muziek op school, zodat straks iedereen weet: “Als je ’t zo bekijkt, ben ook ík muzikaal!”
Nochtans vertolken die leraren niets minder dan de doorsnee opvattingen over muzikaliteit in de samenleving: voor muziek moet je kunnen noten lezen, een instrument bespelen en perfect op toon kunnen zingen. Wie die dingen min of meer goed kan, noemen we muzikaal begaafd. “En aangezien ik geen noten kan lezen, geen instrument bespeel en alleen min of meer op toon zing wanneer er niemand in de buurt is, ben ik, nou ja, niet muzikaal.”
Het is een mentaliteit die zichzelf in stand houdt. Zij maakt deel uit van het collectieve onderbewuste. Zij is het gevolg van een historisch proces in onze cultuur, waarbij het onderscheid tussen maker, uitvoerder en luisteraar steeds scherper werd gesteld. Een onderscheid dat mogelijk ook door het muziekonderwijs zelf onbewust en ongewild in stand wordt gehouden. Bijvoorbeeld wanneer nogal onzorgvuldige opvattingen over talent of absoluut gehoor achteloos tot het gangbare discours blijven behoren, om het kaf van het koren te scheiden.
Muzikaliteit
En zo zitten we met een probleem. Want muzikaliteit – datgene wat muziek mogelijk maakt – lijkt vaak onvoldoende begrepen, terwijl het ons zoveel meer kan bieden dan louter musiceren en genieten op zich. Onze stelling is dat niet alleen muziekdocenten en hun leerlingen beter worden van een meer geïntegreerde visie op muzikaliteit, maar bij uitbreiding het onderwijs als geheel.
Toegegeven, dit is een boud standpunt. Muziekdocenten met enige ambitie: zet jullie al maar schrap. Waar wij voor pleiten is niets minder dan een verschuiving van muzieklessen als leuk extraatje of kleine overbodigheid, naar het muzikale als spil in ons denken over het onderwijs van de toekomst.
Dat betekent niet meteen dat muzieklessen het centrale gegeven moeten worden in het onderwijs. Het betekent wel dat muziekdocenten de inzichten die muzikaliteit ons aanlevert, integreren binnen de school als geheel en ze al doende toelichten via hun werk met kinderen.
Eerst moeten we wat dieper ingaan op het begrip ‘muzikaliteit’ en wat het zo bijzonder maakt. Of, beter gezegd: wat het eigenlijk niét zo bijzonder maakt. Iedereen is muzikaal, wereldwijd. Dat is zonder meer een wetenschappelijk feit. Uiteraard komt niet ieders muzikale potentieel in dezelfde mate tot bloei, maar vaak toch meer dan je denkt.
Vraag maar even door bij die ‘onmuzikale’ klasleerkrachten van zonet: Wie herinnert zich de klank van het koffiezetapparaat vanochtend? Wie wordt geraakt door muziek bij een film? Wie heeft een abonnement op een muziekstreaming dienst zoals Spotify? De kans is groot dat nu iedereen een hand opsteekt.
Toegegeven, misschien zeg je: “Dit gaat allemaal over passief luisteren.” Sta dan even stil bij het volgende. Wie neuriet wel eens een deuntje? Wie tikt al eens ritmisch op het stuur? Bij wie kriebelt het onweerstaanbaar bij een aanstekelijke song? Het zijn zonder meer tekenen van emotionele betrokkenheid, muzikaal begrip én vaardigheid. Ze tonen onmiskenbaar dat je eigenlijk weet ‘hoe muziek werkt’. Noem het muzikale intuïtie.
Intuïtie
Laat ons die muzikale intuïtie maar ernstig nemen. Zij vormt een basis die stevig genoeg is om leerlingen te begeleiden in een artistiek-muzikaal leerproces. De (h)erkenning van het eigen muzikale potentieel en dat van je leerlingen vormt een belangrijke pijler, evenals het intuïtieve bewustzijn rond een handvol basale psychologische principes. Op deze laatste komen we later terug.
Zelfs al heb je je muzikale vaardigheden niet bijster ver ontwikkeld, het is makkelijker dan je denkt om voort te bouwen op wat er is. Je persoonlijke muzikale ontwikkeling kan bovendien gelijke tred houden met de muzikaal-artistieke begeleiding die je zelf aan de kinderen geeft. Zo bouw je steeds makkelijker verder op wat je inmiddels hebt verworven. Je muzikale zelfvertrouwen groeit zienderogen, en tegelijk ook het plezier dat je samen met de kinderen aan muziek maken beleeft.
Om kinderen muzikaal tot ontwikkeling te brengen, is een artistieke insteek de beste optie. Simpelweg omdat het artistieke haast vanzelf de volle breedte van onze muzikale vermogens bestrijkt. Vanuit een artistiek perspectief worden jijzelf én je leerlingen de ultieme critici van wat jullie samen muzikaal hebben gerealiseerd.
Uitzoomen
Hoe kan muziek nu een makkelijker hanteerbaar gegeven worden wanneer je geen muziekinstrument bespeelt, nauwelijks muzikale termen kent, laat staan een partituur kunt lezen? Gelukkig zijn deze aspecten niet noodzakelijk om muzikaliteit te tonen en verder te ontwikkelen. Het zijn dan ook vrij specifieke vaardigheden die vaak nauw samenhangen met een specifieke muziekstijl. Zo doet een elektrische gitaar velen onder ons wellicht meteen denken aan rock of jazz.
Muziektermen en partituren associëren we dan weer eerder met klassieke muziek. Niets van dit alles is noodzakelijk om iemands muzikaliteit tot bloei te brengen. Muziek kan zich immers in talloze gedaanten vermommen, getuige de enorme diversiteit aan muziek in de wereld. Die diversiteit willen wij alle ruimte geven, vanuit een open attitude. Laat ons dus wat afstand nemen van de gangbare verwachtingspatronen.
Wanneer je klas bestaat uit leerlingen met diverse muzikale achtergronden, vaardigheden, inzichten én voorkeuren, dan is volgende vraag cruciaal: Hoe kan ik met diversiteit aan de slag? Hoe kan ik een groeiproces op gang brengen dat zowel de muzikaliteit van elke leerling als mijn muzikale vaardigheden als leraar erkent? Het antwoord is: via een artistieke benadering die zich aspecten van muzikaliteit en die ieders muzikale ideeën, hoe eenvoudig of complex ook, naar waarde schat. Muziek als kunst laat zulke aanpak toe.
Vier basisaspecten
Graag stellen we vier basisaspecten van muzikaliteit aan je voor; algemene vaardigheden die je herkent uit je dagelijks leven. Iedereen kan er meteen mee aan de slag. Ze maken de essentie van muzikaliteit bevattelijk en hanteerbaar. Zij nodigen uit tot een creatief proces waarin jullie zelf de ultieme vormgevers én beoordelaars zijn. Wanneer dit viertal zich gelijktijdig en in een onderlinge samenhang manifesteert, hebben we te maken met een muzikale ervaring.
De vier basisaspecten van muzikaliteit zijn luisteren – belichamen – communiceren – muziekdenken. Het gebruik van werkwoordsvormen benadrukt dat elke muzikale ervaring zich afspeelt in de tijd. Muziek is immers geen object. Je kunt het niet vastnemen. Muziek is vluchtig. Het is iets dat mensen doen.
In de volgende vier afleveringen van De Pyramide belichten we telkens één basisaspect, wetende dat het ene per definitie niet van het andere kan worden geïsoleerd. Onze theorie wil een werkbare tool zijn voor mensen die met twee voeten in de onderwijskundige praktijk staan en nood hebben aan meer samenhang in hun denken en doen rond muzikaliteit. De voorgestelde werkvormen illustreren het idee telkens op een manier die uitnodigt er zelf op te variëren.
Luisteren
Muziek is een erg zintuiglijke bezigheid. Het gehoor springt er natuurlijk uit. Men zegt wel eens In het land der blinden is Eenoog koning. Tenzij je goed kunt luisteren natuurlijk. En goed luisteren kun je leren. Luisteren begint eerder als attitude dan als techniek.
In dit eerste praktijkgerichte artikel nemen we werkvormen met jullie door die het luisteren tot kunst verheffen. We scherpen het bewustzijn rond klank aan. We tonen hoe je de rijkdom van klank kunt verkennen, met elkaar kunt delen, en er een rijke woordenschat voor ontwikkelt. We introduceren enkele begrippen die cruciaal zijn voor het ontwikkelen van een artistieke attitude en persoonlijke smaak.
Belichamen
Telkens wanneer we iets horen, is dat een aanwijzing dat er iets gebeurt in de wereld om ons heen. Wat ritselt er in het gras? Hoor ik iemand op de trap? Die ervaring van geluid als teken van beweging weerspiegelt een oeroude emotionele reflex. Die was nodig voor het inschatten van gevaar in een onvoorspelbare omgeving, of in het donker. Het is dan niet verwonderlijk dat de kwaliteit van de klank direct samenhangt met de kwaliteit van de beweging.
In deze tweede aflevering introduceren we oefeningen die de relatie tussen beweging en klank verduidelijken. We tonen hoe je via het lichaam je intenties tot expressie brengt. We staan stil bij hoe we elkaars intenties kunnen ‘lezen’.
Communiceren
Vooral bij dit aspect van muzikaliteit krijgt onze benadering een pedagogische lading. Wie lesgeeft, wil immers ervaringen en inzichten met leerlingen delen. Wat is de essentie van communicatie? Hoe resulteren eenvoudige muzikale dialogen in muzikale structuren? Vind jij ook dat muziek inderdaad iets met communicatie te maken heeft? Laat ons haar dan ook vanuit dat perspectief benaderen.
In de derde aflevering stellen we ons vragen bij de gangbare uitgangspunten voor muziek op school, en hoe deze bij uitbreiding het onderwijs als geheel een spiegel voorhouden.
Muziekdenken
Deze term is een vrije vertaling van het Engelse werkwoord to audiate, bedacht door de Amerikaanse muziekpedagoog Edwin Gordon (Music Learning Theory). Beide termen verwijzen naar het vermogen zich muzikale patronen en grotere muzikale structuren te herinneren en er zich nieuwe voor te stellen.
Muziekdenken is het ultieme bewijs van muzikale intelligentie. Iedereen ontwikkelt dit vermogen vanzelf als luisteraar door louter blootstelling. Als uitvoerder is de uitdaging om muzikaal voorstellingsvermogen aan vocale of instrumentale techniek te koppelen. Muziekdenken vertelt ons tevens iets over de essentie van intelligentie.
Samengevat
De onderlinge samenhang van luisteren – belichamen – communiceren – muziekdenken laat toe om eender welk muzikaal ontwikkelingsproces te begeleiden en verrijken. Het kan de basis vormen voor of geïntegreerd worden met jouw benadering van muziek op school.
We halen hierbij je gangbare manier van werken niet per se onderuit. De theorie nodigt in de eerste plaats uit om op een andere manier te kijken naar wat je gewoon bent te doen. Gaandeweg ontwikkel je andere verwachtingspatronen, pik je andere signalen op van je leerlingen, zie je andere resultaten. Samen met je leerlingen groei jij naar een andere, verrijkende kijk op muziek en onderwijs.
In de volgende afleveringen nemen we telkens een van deze vier hoofdaspecten van muzikaliteit onder de loep. Via generieke oefeningen leggen we hun essentie bloot. We reiken ideeën aan om je leerlingen vanuit een artistieke insteek te inspireren en ondersteunen.
Het maakt daarbij niet uit of je klasleerkracht of muziekdocent bent. Bovenal laten de oefeningen toe om samen met je leerlingen te groeien in een artistieke benadering van muziek. Tenslotte lichten we een tipje van de sluier over wat die nieuwe muzikale inzichten ons leren over het onderwijs van de toekomst.