"Een inspirerende leraar is een effectieve leraar"

Auteur: 
Esther Wouters
Foto's: 
Beeld Werkt
Verschenen in Pyramide: 

Dave Ensberg-Kleijkers is ambassadeur van Méér Muziek in de Klas en dat is opmerkelijk, want zelf heeft hij geen prettige herinneringen aan zijn muziekles op de basisschool. Maar daar pakten ze dat verkeerd aan. ‘Ik vind het belangrijk dat alle kinderen muziekonderwijs krijgen. Muziek is energie voor de ziel.’

Dave Ensberg-Kleijkers (1984) is de jongste onderwijsbestuurder van Nederland, staat op de achterflap van zijn boek ‘Bezielde Beschaving’ dat in 2017 verscheen. Hij is voorman van de Stichting Biezonderwijs met zeven scholen die specialistisch onderwijs aan bijna 1.800 leerlingen bieden, en waar ruim 500 medewerkers speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs geven in Tilburg en Goirle. Of eigenlijk was, want hij vertrekt alweer en wordt de nieuwe directeur- bestuurder van de Stichting Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton en bestuurder van de Nederlandse Unie van Speeltuinorganisaties. Hij verlaat Biezonderwijs met bloedend hart want hij houdt van het onderwijs en zet zich graag in voor mensen met een beperking, als tiener zorgde hij al voor zijn invalide moeder. Maar hij vertrekt toch omdat het nieuwe werk interessante perspectieven biedt; de Stichting Jantje Beton heeft landelijke impact en uitstraling.

Is je werk ook je roeping?

“Roeping vind ik een zware term, maar ik kan een aantal dingen noemen die ik belangrijk vind. Ik heb een kort bestaan op aarde dus ik ben graag zuinig op mijn tijd. De afgelopen jaren heb ik ervaren dat het werken voor kinderen echt mijn plek is. En mijn hart voor kinderen wordt alleen maar groter nu ik over een paar weken vader word. Ten tweede heb ik ervaren dat ik een leider ben, dat ik graag voorga in de strijd en anderen in staat stel om boven zichzelf uit te stijgen. Zo wil ik mijn werkzame leven invullen. Om eerlijk te zeggen, mijn hart gaat vooral uit naar kinderen met een beperking of kinderen die echt hulp nodig hebben zoals kinderen in kwetsbare wijken, vluchtelingkinderen. Daar heeft wat ik doe veel impact. Het belang is groter voor deze kinderen om lekker te kunnen buitenspelen, dat is voor hen geen luxe maar noodzaak."

In hoeverre verwacht je dat in je komende werk nog invloed kunt hebben op beleid dat bevordert dat kinderen aan muziek gaan doen?

“Ik zou het heel mooi vinden om de combinatie te maken van buiten spelen en muziek. Het beste van beide werelden met elkaar te verbinden. Ik zie er ook naar uit om met Méér Muziek in De Klas samen te werken in mijn nieuwe rol als directeur-bestuurder van Jantje Beton. Wij kunnen op de schoolpleinen muziekelementen inbrengen, bijvoorbeeld van die tegeltjes die muziek maken of piano-achtige installaties buiten of andere innovatieve technologische middelen. Waarom zou je niet een muzikale buitenspeeltuin maken, die combinatie zou ik wel gaaf vinden.”

Wat zie jij gebeuren als kinderen muziek maken of muziek luisteren?

“Lachen, blijdschap, plezier. Naast de gebruikelijke dingen als verdriet of boosheid omdat andere kinderen iets kunnen dat zij nog niet kunnen, dat gebeurt ook altijd, dat is menselijk. Maar over het algemeen zie ik dat kinderen het leuk vinden. Mijn kantoor is op een van onze scholen voor speciaal basisonderwijs en daar kan ik dagelijks de kinderen zien. Bij het Sinterklaasfeest zie je die kleintjes vanaf vier jaar dansen en springen en vooral zingen, helemaal uit volle borst. Sinterklaas zonder muziek, dat is helemaal niks, die liedjes zijn essentieel, met elkaar gezamenlijk wat doen, dat geeft saamhorigheid. Genieten van samen feest vieren. Je hebt muziek nodig om dat kracht bij te zetten. Ik zie ook dat er tijdelijk even geen problemen zijn. Als je naar kinderen met een beperking kijkt of naar kinderen met moeilijke omstandigheden, dan geeft muziek een hele fijne en ook functionele afleiding.”

Hoe was de muziekles toen je zelf nog op de basisschool zat?

“Ik heb op veel verschillende basisscholen gezeten, want ik ben veel verhuisd. Op Goeree-Overflakkee woonden we in het dorpje Oude-Tonge, daar hadden ze op school het beleid om elk jaar blokfluitlessen te geven, daar was geen ontkomen aan. Ik had geen enkel idee wat het mij op zou leveren, intellectueel of anderszins, ik moest dingen thuis oefenen. Ik werd er niet door ontspannen, ik had voor geen meter zin, ik vond het vies, dat hout smaakte smerig tussen mijn lippen, ik zag er alleen maar tegenop. Het is voor mij een vervelende associatie met muziek, het had me voor hetzelfde geld een muziekfobie kunnen bezorgen. Voor de rest was het er prima hoor. Maar je moet kinderen niets opleggen wat ze echt totaal niet willen of niet leuk vinden of waar ze ongelukkig van worden.”

En toch vind je muziekles op school belangrijk.

“Maar dat was alleen blokfluitles, geen muziekles. Muziekles op de basisschool lijkt me heel belangrijk maar dat doe je niet door kinderen een muziekinstrument op te dringen waar ze niet op zitten te wachten. Het voelde voor mij als een straf. Zo leert het kind niets. Hadden ze me gevraagd om bijvoorbeeld piano te spelen, dan was het anders geweest.

Ik vind het belangrijk dat alle kinderen met of zonder beperking muziekonderwijs krijgen. Muziek is energie voor de ziel, het brengt je in vervoering, soms brengt het herinneringen naar boven, mooie of pijnlijke, mensen worden door muziek geraakt. Het kan ze ook in een andere sfeer brengen die belangrijk is om te ontspannen of om energie of wat afleiding van dagelijkse problemen te krijgen. Het is een enorme ondersteuner voor emoties. En van Erik Scherder weten we dat muziek allerlei andere gunstige effecten heeft.

Voor mij persoonlijk is het mooiste dat muziek je kan raken in je hart. Ik heb meer herinneringen aan muziekles op de middelbare school dan op de basisschool. Mijn muziekleraar in de brugklas heeft mij muziek van The Beatles laten horen, wat ik geweldig vond. Ik kom uit een vrij streng christelijk gezin en mijn ouders zeiden wel eens dat The Beatles van de duivel waren. Ik heb daarom niet meteen de muziek gekocht of geluisterd, dat vond ik nog iets te eng toen ik nog thuis woonde. Vanaf mijn zestiende woonde ik niet meer bij mijn ouders, maar zelfstandig in een woongroep. Mijn moeder was overleden en ik wilde niet bij mijn vader wonen en kon daar terecht. Daar had ik een huisgenoot, Ben, een honderd procent Beatlesfan. Toen kon ik wel thuis naar die muziek luisteren.

Het enige nadeel van Méér Muziek in De Klas vind ik dat ze zich beperken tot de basisschool. Want ook op de middelbare school kun je waanzinnig veel positiefs ervaren door goede muziekeducatie. Ik ben mijn muziekdocent nog steeds dankbaar voor wat hij mij heeft bijgebracht.”

In een blog op de website van Méér Muziek in de Klas pleit je voor meer urban muziek 1 in de klas. Wat heeft urban muziek jou gebracht?

“Als puber na mijn moeders overlijden kon ik me af en toe afsluiten via muziek, via hiphop. Daardoor voelde ik me meer verbonden met mijn Surinaamse en Afrikaanse roots, die ik ook in me heb. Ik leefde in een overwegend witte omgeving. De behoefte aan erkenning en het gevoel van thuiskomen was groot in die periode van mijn leven. Die muziek hielp me daarbij. Daarnaast voelde ik me erg boos. En hele boze muziek hielp wel om die boosheid te versterken, dat voelde prettig en OK. Dat wil niet zeggen dat het OK wás. De muziek gaat vaak alleen maar over vrouwen, op een respectloze manier, en over softdrugs. Maar dat maakte me toen niet uit. Het paste bij de fase waarin ik toen verkeerde, een meer depressieve staat van zijn. Over het algemeen was het een compensatie voor het gebrek aan culturele herkenning in de omgeving waarin ik toen vertoefde. Met die muziek voelde ik me thuis meer op mijn gemak. Dat wisselde ik ook af met witte muziek hoor, The Eagles bijvoorbeeld.”

Maar is deze muziek dan wel geschikt voor onderwijs op de basisschool?

“Je hebt ook positieve raps en hiphop. Typhoon, om maar iets te noemen, is gewoon licht dichtwerk en daar hiphop of rap van gemaakt. Hiphop is niet per se negatief. Sterker nog, ik denk juist dat het een mooi kanaliserende manier kan zijn om blijdschap mee te uiten. Omdat het zo dicht bij primaire emoties zit, goeie hiphop dan.”

Wat zou je muziekdocenten in de basisschool aanraden die willen aansluiten bij wat de kinderen bezighoudt, hoe kunnen zij urban muziek kiezen?

“Er zijn zeker in de grote steden bijvoorbeeld Antilliaanse brassbands, ga er een keer naartoe. Je hoeft niet altijd in die klas te zitten. Ga leren kennen hoe mensen daar muziek maken, daar zit veel energie en positiviteit in. Als je op een religieuze school zit, zou je jezelf ook kunnen uitnodigen om eens een keer naar een extraverte blije kerk te gaan, van de Pinkstergemeente bijvoorbeeld, en daar een keer meekijken, hoe gaat de kerkdienst, altijd interessant, en hoe gaan ze met muziek om? Dat is een belangrijk onderdeel van de zwarte cultuur, muziek in de kerk waaruit ook gospel is ontstaan. Je kunt je verdiepen door aan te sluiten bij wat er al is en ook door de cultuur achter de muziekuitingen te leren kennen. Muziek is interactie tussen mensen, een uiting van creativiteit, een manier om emoties te kanaliseren, een vorm van expressie, kunstzinnig of minder kunstzinnig. Muziek is een cultureel verschijnsel en als je alleen geïsoleerd kijkt naar klanken, tonen, ritme, en beats en dergelijke, heeft dat onvoldoende context.”

Wat leren de kinderen daarvan?

“Wat je ook van andere vormen van muziek leert. Als je leerlingpopulatie diverser is, zullen meer kinderen zich herkennen in de muziek als je aanbod diverser is. Het zou ook raar zijn om alleen maar klassieke muziek van Chopin op te zetten in een behoorlijk zwarte school, dat slaat niet aan, dat herkennen ze niet. Het effect is minder positief dan wanneer het een muzieksoort is waar ze bij wijze van spreken al vrij snel bij meedeinen, meezingen of meeklappen. Het is in het onderwijs sowieso goed om aan te sluiten bij de beleving van het kind zelf. Daarmee ontstaat veel meer kans op duurzame kennisoverdracht en ontwikkeling van het kind als geheel. ‘Sluit aan bij het kind en voeg dan wat toe’ is het credo waar veel leraren goed aan zouden doen.”

Leraren zeggen dan: je kunt wel aansluiten, maar wij willen ook een leider zijn voor de kinderen, om ze iets te leren. Je hoeft niet per se alleen te doen wat kinderen willen, je kunt ze ook iets aanreiken wat ze nog niet kennen.

“Dat kan soms een excuus zijn om niets aan jezelf te veranderen als volwassene. Maar mijn belangrijkste punt is: een inspirerende leraar is een effectieve leraar. En je kunt de ander of het kind pas inspireren als die iets herkent in de boodschap. En op het moment dat je iets compleet nieuws ook zo koud introduceert, is de kans aanwezig dat het kind afhaakt. Wat ook kan, is Chopin voorzichtig introduceren door op zoek te gaan naar bijvoorbeeld artiesten die Chopin hebben gebruikt in een rap of hiphoplied of soulnummer. Soms zijn die muzikale crossovers aanwezig. Dus je kunt je eigen lesje draaien, en denken ‘ik heb het goed gedaan, hoe het bij anderen overkomt zien we dan wel weer’, nee, je wilt dat het kind iets meeneemt. Je zult wegen moeten vinden om bij het kind aan te sluiten.”

Laatste vraag over vertrek bij Biezonderwijs. Hoe kijk je terug op je jaren daar, wat heb je voor ze kunnen doen?

“Ik vertrek met pijn in het hart want als ik ‘s ochtends op de fiets naar school kom, dan zie ik spelende en rennende kinderen die lekker tikkertje doen. Dat ga ik missen, de hectiek en dynamiek van de kinderen. Wat ik heb kunnen doen is, de menselijke maat terugbrengen bij bestuur, zo heb ik bijvoorbeeld het kantoor verplaatst van een anoniem kantoorpand in de stad naar een plek op een van onze scholen. Verder, kind centraal bij alles wat we doen, verbinding aanbrengen in de organisatie, want het waren verschillende eilanden en daar hebben we meer een wij-land met lange ij van kunnen maken.

Afgelopen jaar hebben we gewerkt aan onderwijskwaliteit, op een aantal scholen is die aanzienlijk verbeterd. Ook hebben we nog meer verbinding gemaakt met het reguliere onderwijs waardoor kinderen meer kans krijgen op een plek op een reguliere school. Er lopen nu bijvoorbeeld vijf pilots in regulier basisonderwijs met onze scholen en vier pilots met scholen en zorgpartners. Dat hebben we gedaan naar aanleiding van een visie die we hebben opgenomen in ons plan. Het is een holistische kijk op kinderen, waaruit volgt dat we samenwerken met de ouders en zorgpartners zodat kinderen zich in alle domeinen goed kunnen ontwikkelen.

En samenwerken doen we ook vanuit een intrinsieke motivatie. We hebben twee sociale restaurants ontwikkeld, eentje is klaar, de andere bijna, voor leerlingen die hun horecatalent op hoog niveau kunnen uitoefenen, en tegelijkertijd voor mensen met een kleine beurs in de omgeving die er kunnen eten. De huisvesting van een school is verbeterd. Financieel ziet het er beter uit, er is beter grip op de bedrijfsvoering. Het imago van de Biezonderwijsscholen in de omgeving is verbeterd. We worden beter gevonden voor samenwerking door andere partijen, gemeenten en samenwerkingspartners in onderwijs en welzijns- en zorgsector. We hebben een beter imago op de arbeidsmarkt, we worden ook daar beter gevonden maar hebben te maken met een krappe arbeidsmarkt.”

Dat is een hele lijst…

“Ja, ik ben gewoon hartstikke trots, we hebben veel resultaten geboekt afgelopen jaren.”

Hoe moeten ze nu verder zonder jou?

“Het draait ook allemaal op collega’s, we hebben als directeuren en bestuur een bepaalde koers ingezet, die is verduurzaamd. Dus het ligt niet aan Dave Ensberg, ik heb alle vertrouwen dat onze directeuren samen met bestuursbureau en stafmedewerkers de zaak kunnen voortzetten. De nieuwe bestuurder komt straks in een warm nest terecht, en in een warm bad, en in een organisatie met beleid waarover goed is nagedacht, en dat is geïnternaliseerd bij de mensen.”

  • 1. Urban muziek (letterlijk: ‘stedelijke muziek’) is een verzamelnaam voor hiphop, rap en r&b. De term ‘urban’ werd bedacht in 2000 en verwijst naar een subcultuur van vooral Afro-Amerikaanse jongeren uit de ghetto’s van de grote steden in de VS. Door het commerciële succes van urban muziek in de Verenigde Staten is het van een subcultuur uitgegroeid tot een mainstream cultuur waaronder een gevarieerde mix van vormen en stijlen valt. In de muziek is dat reggae, dubstep en dancehall, in de dans is het onder andere streetdance en breakdance, in de kunst is het graffiti en street art.
Esther Wouters is hoofdredacteur van De Pyramide.

Lees ook

Essay
Musica bereikt jaarlijks zo’n 2000 kinderen van het eerste leerjaar (6-jarigen) met de zogeheten Eersteklasconcerten. Het is een volledig non-verbaal traject van mini-workshops en -concerten dat kinderen confronteert met hedendaags gecomponeerde muziek. foto Tim-Theo Deceuninck

In een serie artikelen introduceert Hans Van Regenmortel de kernideeën van Musica Impulscentrum (B) over muzikaliteit.

Interview
Nederlands Blazers Ensemble Nieuwjaarsconcert 2019. Foto Peter Lodder

Méér Muziek in de Klas (MMidK) en het Nederlands Blazers Ensemble (NBE) organiseren vóór en rond Kerst een muziekwedstrijd voor kinderen. Muziekconsulent en blokfluistist Maartje van den Boom vertelt over haar ervaring bij beide muziekwedstrijden.

Achtergrond

Vanaf 2020 komen leerkrachten op de arbeidsmarkt die muziekles durven te geven. In wat voor werkomgeving kunnen zij deze vaardigheid tot bloei laten komen?

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwbsrief en ontvang onregelmatig nieuws over muziekeducatie, liedjes, lessen, professionaliseringsdagen, Gehrels Muziekeducatie en De Pyramide.